Momenteel is er dus een kleine disbalans tussen uitstoot en afbraak van methaan, waardoor er jaarlijks tussen de 0 en 50 Tg methaan aan het atmosferische reservoir wordt toegevoegd. Als we in staat zouden zijn de afbraak van methaan te versnellen, zou dat inderdaad tot gevolg hebben dat de hoeveelheid methaan gaat afnemen, waardoor het bijbehorende broeikaseffect zou verminderen.
Maar wat kunnen we doen om de afbraak van methaan te versnellen? We moeten dan iets meer begrijpen van atmosferische chemie. “Verbranding” van methaan in de atmosfeer vindt niet plaats zoals is een CV-ketel, waar gas (o.a methaan) wordt verbrand door het te mengen met zuurstof. De concentratie methaan in de atmosfeer is te laag om dit proces te laten verlopen. Het belangrijkste “verbrandingsproces” van methaan is oxidatie door het hydroxyl-radicaal in de onderste lagen van de atmosfeer. Dit radicaal ontstaat uit ozon, in combinatie met ultraviolet zonlicht en waterdamp.
De hydroxyradicalen zijn erg reactief: na vorming leven ze maar ongeveer één seconde. Verreweg de meeste hydroxyradicalen worden gevormd in de tropen, waar veel ultraviolet licht is, en waterdampconcentraties hoog zijn (warme lucht bevat over het algemeen veel meer vocht). We kunnen de afbraak van methaan dus versnellen door de drie ingrediënten van hydroxylvorming te verhogen: meer UV licht, meer ozon, en meer waterdamp.
Omdat de menging van de atmosfeer een beperkende factor is, moet dit op grote schaal plaatsvinden. Grootschalig verhogen van waterdamp is lastig, omdat water snel condenseert en uitregent. Ook het verhogen van de hoeveelheid UV-licht is moeilijk te bewerkstelligen. Blijft over: het verhogen van de concentratie ozon. Dit is echter geen optie die aan te bevelen is. Ozon in de lage atmosfeer is een giftig gas, dat schadelijk is voor mens en vegetatie. Daarnaast is ozon zelf ook een broeikasgas.
Tijdens periodes van windstil weer, gecombineerd met hoge uitstoot van stikstofoxiden en organische verbindingen vindt, ook in onze gebieden, grootschalige vorming van ozon plaats. We spreken dan van fotochemische smog. Ons beleid is er juist op gericht deze vorm van luchtverontreiniging te verminderen. We weten uit studies naar onder andere pluimen van bosbranden dat het grootschalig injecteren van stikstofoxiden en organische verbindingen in de tropische lage atmosfeer leidt tot grootschalige vorming van ozon. De nadelen hiervan wegen niet op tegen het kleine voordeel; dat er meer methaan wordt afgebroken.
Methaanafbraak in bodems
Naast afbraak in de atmosfeer kan methaan ook opgenomen worden in bodems. Met behulp van zuurstof kan methaan afgebroken worden door methanotrofe bacteriën waardoor de concentratie methaan in de atmosfeer afneemt. Deze methaan-sink is weliswaar klein (22±12 Tg per jaar [4]), maar is wel beïnvloedbaar door ons landgebruik.
Stikfstofdepositie als gevolg van intensief landgebruik kan de opname van methaan in de bodems remmen [5]. Tussen 1998 en 2004 heeft dit de methaan-sink in de bodems doen laten afnemen met 26 Tg, goed voor 6.6 ppb CH₄ extra in de atmosfeer [5]. Recent hebben wetenschappers voorgesteld dat, door gedegradeerde landbouwbodems te restaureren, de opname van methaan weer versterkt kan worden [6].
Er wordt meer methaan opgenomen in gematigde bossen, op grofkorrelige bodems (zoals op onze zandgronden), en in voedselarme moerassen met veel veenmossen, maar over de exacte processen is helaas niet veel bekend. Het is belangrijk om zuinig te zijn op onze bossen en hoogvenen en om de stikstofdepositie te reduceren om zo de CH₄-opname in bodems te versterken.
Dan resteert ons nog een ding: het verlagen van de uitstoot van methaan. Hiervoor zijn talloze opties, variërend van het verlagen van verliezen tijdens de productie van olie en gas tot het reduceren van de veestapel.