Wat is een storm?
Wij zien in het nieuws regelmatig berichten over orkanen en tyfoons, die enorme schade kunnen aanrichten. Dit zijn tropische cyclonen, die net als onze stormen bestaan uit krachtige lagedrukgebieden maar volgens een heel ander principe tot stand komen. Stormen in Nederland zien we vooral tijdens het winterhalfjaar en worden veroorzaakt door extra-tropische cyclonen. We praten over een storm wanneer er tenminste één uur lang gemiddeld windkracht 9 wordt gemeten door de KNMI weerstations. Naast de wind kan bij een storm ook de grote hoeveelheid neerslag voor de nodige overlast zorgen. Daarnaast kunnen onweersbuien een hoop schade veroorzaken door wind, maar hier houden de windstoten vaak niet langer dan een paar minuten aan.

Illustratie door Florine Kooij
Zoals de term zegt, komen extra-tropische cyclonen voornamelijk buiten de tropen voor. Dus ver weg van de evenaar. Op gematigde breedtegraden, waar ook Nederland zich bevindt, ligt een overgangsgebied tussen de warme tropische en koude polaire lucht. In dit gebied zien we dus grote contrasten tussen de verschillende luchtmassa’s en vinden we ook de straalstroom: een krachtige wind die op zo’n 10 km hoogte meestal van west naar oost waait. Dit zijn precies de ingrediënten voor het ontstaan van extra-tropische lagedrukgebieden, waarvan een deel uitgroeit tot krachtige stormen. Alles begint bij een golfje in de straalstroom: een zogenaamde trog in de bovenlucht zorgt ervoor dat de luchtdruk aan de grond gaat dalen. In een complex samenspel tussen de verschillende luchtlagen wordt warme lucht noordwaarts gevoerd en koele lucht zuidwaarts. Deze versterken op hun beurt die golf in de bovenlucht en het lagedrukgebied diept verder uit. Dit gaat zo door tot de warme en koude lucht zich met elkaar vermengen, waardoor het temperatuur contrast en daarmee de motor achter de storm wegvalt.
Een onzekere toekomst
Een goede analyse maken van de huidige stormen is al vrij lastig, een verwachting schetsen voor de toekomst nog lastiger. Ten eerste zijn sterke stormen relatief zeldzame gebeurtenissen en ten tweede is er erg veel variatie op hun voorkomen. Het ene jaar zien we de ene na de andere storm, terwijl het andere jaren nagenoeg rustig blijft. Tot slot kunnen klimaatmodellen een goed beeld geven van de grootschalige verschuivingen in bijvoorbeeld temperatuur en neerslag, maar hebben de modellen vaak moeite om extremere gebeurtenissen, zoals een sterke storm, goed weer te geven. Toch kunnen we wel iets zeggen over de omstandigheden waarin deze stormen tot stand komen en zo een verwachting maken.