Als je echter kijkt naar de veranderingen in de tijd, wordt duidelijk dat de bijdrage van de andere gassen over de afgelopen 30 jaar juist sterker veranderd is dan de bijdrage van CO₂. In feite heeft Nederland in de afgelopen jaren veel grotere successen geboekt bij het verlagen van emissies van CH₄ en N₂O dan van CO₂. Figuur 2 toont aan dat dit vooral komt door de reducties van methaanuitstoot van stortplaatsen (80 % minder), en N2O-uitstoot door industriële productie (90% reductie bij productie van salpeterzuur) en door de landbouw (40% minder). Deze gassen zijn dus niet aan de politieke aandacht ontsnapt. In tegendeel, door effectieve maatregelen zijn voor CH₄ en N₂O grote emissiereducties gerealiseerd. Zelfs met deze maatregelen haalt Nederland de doelen van het verdrag van Kyoto om de emissies in 2020 te reduceren met 40% ten opzichte van 1990 niet (ook niet met hulp van de Coronacrisis), maar een groot gedeelte van wat er wel gelukt is kan toegeschreven worden aan reducties in de emissies van CH₄ en N₂O. De getallen zijn duidelijk: De emissies van CO₂ zijn ten opzichte van 1990 met minder dan 2% afgenomen, terwijl de emissies van de andere broeikasgassen zijn afgenomen met meer dan 52%.
Waarom krijgt dit in het publieke debat dan blijkbaar minder aandacht? Een reden hiervoor is dat klimaatverandering zonder CO₂-emissiereducties niet te stoppen is. Figuur 1 boven maakt duidelijk: De grote uitdaging is de reductie van de CO₂-uitstoot. Dit is ook nog veel moeilijker te realiseren dan de reductie van de uitstoot van andere broeikasgassen. Daarom denken sommigen dat het concentreren op “makkelijke doelen” zoals reductie van CH₄- en N₂O-emissies zelfs zou kunnen afleiden van de noodzaak om CO₂-uitstoot te verlagen. Maar in feite moeten de emissies van alle broeikasgassen duidelijk gereduceerd worden als we de doelen van het Parijsakkoord willen bereiken. In de huidige scenario’s zijn felle reducties van N₂O en CH₄ al ingecalculeerd, en het is maar de vraag of die echt bereikt kunnen worden. In het geval van methaan stijgt de concentratie in de atmosfeer sinds 2007 weer duidelijk na 10 jaar van redelijk stabiele concentraties, en het is nog niet eens 100% duidelijk waardoor deze stijging veroorzaakt wordt. Er is dus nog veel te onderzoeken, maar ook nog heel veel te doen.