Hoe beïnvloedt zeespiegelstijging de activiteiten en leefbaarheid voor dieren in en rond de Waddenzee?

De Waddenzee is het grootste intergetijdengebied (een gebied dat onder water staat bij hoogtij en boven water komt bij laagtij) van de wereld, waar miljoenen dieren in het water en op de grens van land en water leven. Zeespiegelstijging kan ervoor zorgen dat er minder leefgebied beschikbaar is voor dieren (zeehonden, vogels, en bepaalde schelp- en bodemdiertjes) die afhankelijk zijn van de droogvallende wadplaten. Dit is vooral afhankelijk van de snelheid waarmee de zeespiegel zal stijgen. De Waddenzee is ook een belangrijk gebied voor miljoenen migrerende vogels, met name steltlopers [1]. Bij sommige klimaatscenario’s van het IPCC (The Intergovernmental Panel on Climate Change) [2], kan zeespiegelstijging betekenen dat een groot gedeelte van de voedselgebieden van steltlopers blijvend onder water komen te staan. Tijdens laagwater zal er dan dus minder voedsel beschikbaar zijn. Tijdens hoogwater, wanneer de steltlopers een hoger gelegen rustplaats opzoeken, kan zeespiegelstijging ervoor zorgen dat de dieren samengedrukt worden in de overgebleven droge gebieden. Hierdoor zal de competitie toenemen en blijft er niet genoeg leefgebied over voor de vogelaantallen die we nu in de Waddenzee zien. Bovendien liggen de hoger gelegen plekken vaak dicht langs de kust, wat zal zorgen voor veel verstoring door de mens. De vogels komen hierdoor klem te zitten tussen mensen en de stijgende zeespiegel. Niet alleen leefgebieden in de Waddenzee zullen deels onder water komen te staan, maar ook andere gebieden kunnen veranderen. Vooral in gebieden die een grote kans hebben om blijvend onder water te komen staan, kan zeespiegelstijging de bodemsamenstelling veranderen. Hierdoor zal de verspreiding en dichtheid van prooidieren die in de bodem leven ook aangetast worden.

#Waddenzee #dieren #zeespiegelstijging

Zeespiegelstijging in de Waddenzee

Hoeveel de zeespiegel gaat stijgen ten opzichte van de bodem is onder andere afhankelijk van de aanvoer en afzetting van zand en slib (sediment). Als deze aanvoer de bodem kan aanvullen en zeespiegelstijging kan bijhouden, zal er niet veel veranderen aan de oppervlakte van wadplaten. In hoeverre sedimenttransport de zeespiegelstijging kan bijhouden en daarmee verlies van wadplaten tegen kan gaan is lastig te voorspellen en hangt af van de verschillende klimaatscenario’s [3], [4]. Volgens de voorspellingen van Wang et al. [3] zullen we in het mildste voorspelde scenario ongeveer 15% van de wadplaten verloren hebben in 2100 (zie Figuur 1: RCP 2.6, lichtblauwe lijn). Voor het slechtste scenario kan dit tot wel 90% zijn (zie Figuur 1: RCP 8.5, rode lijn). De aanvoer en afzetting van sediment spelen een grote rol in de voorspelling van toekomstige waterdiepte [3]. Als er niet genoeg zandaanvoer is, kunnen de wadplaten niet meegroeien met het tempo van zeespiegelstijging. Op de plaatsen die hierdoor blijvend onder water komen te staan, zal vooral slib zich verzamelen en waarschijnlijk ook afzetten [5]. Niet alleen het verdwijnen van wadplaten zal de leefbaarheid van dieren in de Waddenzee beïnvloeden, maar dus ook het eventuele veranderen van de bodemsamenstelling van de wadplaten.

Picture3

Figuur 1. Links: Verschillende IPCC scenario’s met zeespiegelstijging tot 2100. Mild Scenario: RCP2.6, lichtblauwe lijn inclusief foutmarge. Gemiddeld scenario: RCP4.5, donkerblauwe lijn inclusief foutmarge. Slechtste scenario: RCP8.5, rode lijn inclusief foutmarge. Rechts: Percentage intergetijdengebied dat verloren zal gaan tot 2100 met betrekking tot deze scenario’s. Lichtblauwe lijn toont het minimale verloren gebied (15%) en de rode lijn het maximale verloren gebied (90%). Aangepast van Wang et al. 2018 [3].

Dieren in de Waddenzee

Bodemdieren

Laten we beginnen met het effect van zeespiegelstijging op de diertjes die we het minste zien: de bodemdieren. Deze ongewervelde dieren, zoals onder andere garnalen, schelpdieren, wadslakjes en wormen, leven op of in de bodem van de Waddenzee. Naast de niet-dierlijke wezens zoals planten en bacteriën, vormen zij de basis van het voedselweb in de Waddenzee. Iedere soort heeft een voorkeur voor bepaalde leefomstandigheden die afhangen van de bodemsamenstelling, de grootte van de zandkorrels in de bodem, de temperatuur, het zuurstof- en zoutgehalte, en de droogvalduur van de wadplaat waar zij in of op leven [6]. Deze kleine bodemdieren hebben te maken met extreme schommelingen in hun leefgebied en kunnen zich relatief gemakkelijk aanpassen. Maar ook voor hen zijn er grenzen. Hierdoor voorspellen we dat de verspreiding en dichtheden van bodemdieren ook zal veranderen. Zeespiegelstijging zal de droogvalduur van bepaalde wadplaten verminderen en in sommige gevallen de bodemsamenstelling van bepaalde gebieden veranderen [3], [4], [5]. Voor bodemdieren die afhankelijk zijn van droogvallende wadplaten zal er minder leefgebied beschikbaar zijn. Hoe de toekomst er voor bodemdieren precies uit gaat zien wanneer de bodemsamenstelling verandert, weten we nog niet en daar zal meer onderzoek naar gedaan moeten worden. Wel weten we dat deze veranderingen ook effect zullen hebben op de vogels in de Waddenzee, want de meeste steltlopers vinden hun voedsel in of op de bodem en hebben ieder een specifieke voorkeur voor een aantal bodemdiersoorten.

Vogels

De Waddenzee is een enorm belangrijk leefgebied voor vogels. Ieder jaar zijn er miljoenen vogels die gebruik maken van de Waddenzee als overwinteringsgebied, broedgebied, of als tussenstop om bij te tanken tijdens de lange trekvluchten [1], [7]. De Waddenzee kan hen genoeg voedsel en veiligheid bieden en is een onmisbare schakel in de Oost Atlantische trekroute (Figuur 2). Deze wordt gebruikt door vogels die uit Arctische broedgebieden in Siberië, Scandinavië, Groenland, of Canada komen en overwinteren in het warmere West-Afrika.

Picture2

Figuur 2. De Oost Atlantische trekroutes die ieder jaar wordt gebruikt door miljoenen vogels. De vogels broeden in Arctische gebieden en vliegen naar West en Zuidelijk Afrika om te overwinteren. Onderweg maken ze gebruik van verschillende tussenstops, waaronder de Waddenzee (CWSS, 2019). [8].

Veel wadvogels zijn volledig afhankelijk van het veranderlijke getijdesysteem van de Waddenzee. Tijdens hoogwater rusten de vogels op hoger gelegen plaatsen en tijdens laagwater zijn ze op zoek naar eten op de drooggevallen wadplaten. Ze zoeken bodemdiertjes zoals wormen, schelpen, of schaaldieren. Waar hun prooidieren (de bodemdieren) zich bevinden wordt bijvoorbeeld bepaald door de bodemsamenstelling en de droogvalduur en is bepalend voor de voedsellocaties van de wadvogels. Wanneer er dus veranderingen komen in de verspreiding en dichtheden van de bodemdieren, zullen deze veranderingen effect hebben op de vogels. Naast dat hun voedselaanbod kan veranderen als gevolg van zeespiegelstijging, hebben wadvogels ook nog te maken met verdwijnende leefgebieden. Wanneer hun leefgebied kleiner wordt, zal dit betekenen dat ze ook hoger gelegen gebieden dicht langs de kust zullen moeten opzoeken om te rusten tijdens hoogwater. Of ze ook echt die rust kunnen vinden in de gebieden waar de mens actief is, is twijfelachtig.

Zeehonden

Behalve bodemdieren en vogels, leven er naar schatting ook nog ongeveer 35.000 zeehonden (waarvan zo’n 9.000 grijze zeehonden [9] en 24.000 gewone zeehonden [10]) in de gehele internationale Waddenzee. Grijze zeehonden zijn de grootste roofdieren van Nederland en net als de gewone zeehond eten zij vooral vis [11]. Zeehonden zijn afhankelijk van land om op te rusten, te paren en baren, en hun pups te voeden. Zij zijn op land erg kwetsbaar voor verstoring en dit kan ervoor zorgen dat zij worden gedwongen terug het water in te gaan [12]. Pups die volledig afhankelijk zijn van moedermelk moeten na verstoring soms een hele poos wachten, totdat hun moeder weer aan land gaat. Door zeespiegelstijging zal er minder oppervlakte beschikbaar zijn om op te rusten, zullen zeehonden vaker worden verstoord en zal het aantal zeehonden in de Waddenzee waarschijnlijk afnemen.

Picture1

Onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ) zenderen ieder jaar honderden vogels, zo ook deze kanoet. Hiermee krijgen zij waardevolle data over de leefgebieden in de Waddenzee die verschillende vogelsoorten gebruiken. Deze informatie kan gebruikt worden om voorspellingen te doen over wat er met het leefgebied van de vogels zal gebeuren in de toekomst. Afbeelding door Benjamin Gnep.

Complexe relaties om te onderzoeken

Binnen een gezond ecosysteem zijn alle “bewoners” in balans met elkaar. Door de stijgende zeespiegel zal de huidige balans verstoord raken en er een nieuw evenwicht ontstaan tussen de dieren en hun omgeving. Als het oppervlakte wadplaten af zal nemen, betekent dit bijvoorbeeld dat de draagkracht voor het aantal vogels van het Waddenecosysteem zal afnemen. Het is ingewikkeld om te onderzoeken hoe dit precies zal gaan in de toekomst, omdat alles met elkaar verbonden is. Wat er zal gebeuren met de bodemsamenstelling van de Waddenzee bij zeespiegelstijging heeft weer effect op de bodemdieren en dat heeft weer een effect op de vogels. In het verleden hebben we gezien dat vogels hun dieet kunnen aanpassen [13], [14], maar ook hier zitten beperkingen aan die vooral te maken hebben met de kenmerken van de vogel. Een kanoet die een snavellengte heeft van ongeveer 4 cm, kan geen prooidieren eten die diep in de bodem begraven zitten. Zelfs al zouden we deze effecten nauwkeurig kunnen voorspellen, kunnen we niet precies voorspellen hoe de vogels zich kunnen aanpassen en hoe ze zich zullen verplaatsen binnen de Waddenzee. Wat we wel weten is dat we zuinig moeten zijn op de Waddenzee. De vogels kunnen niet zomaar “verhuizen” naar een ander gebied gelijk aan de Waddenzee, omdat dit simpelweg niet bestaat.

Hoe kwam dit artikel tot stand?

Deze vraag is beantwoord door: Evy Gobbens en Allert Bijleveld
Reviewer: Ad van der Spek
Redacteur: Freerk Drijfhout
Gepubliceerd op: 6/8/2023
Wat vond je van dit antwoord? Geef ons je mening

[1] Van Roomen, M., Nagy, S., Citegetse, G. & Schekkerman, H. East Atlantic Flyway Assessment 2017: the status of coastal waterbird populations and their sites. (2018). Wadden Sea Flyway Initiative https://www.waddensea-worldheritage.org/resources/east-atlantic-flyway-assessment-2017

[2] IPCC https://www.ipcc.ch/

[3] Wang, Z. B., Elias, E. P. L., Van Der Spek, A. J. F. & Lodder, Q. J. Sediment budget and morphological development of the Dutch Wadden Sea: Impact of accelerated sea-level rise and subsidence until 2100. Geologie en Mijnbouw/Netherlands Journal of Geosciences 97, 183–214 (2018). https://www.cambridge.org/core/journals/netherlands-journal-of-geosciences/article/sediment-budget-and-morphological-development-of-the-dutch-wadden-sea-impact-of-accelerated-sealevel-rise-and-subsidence-until-2100/43109B1810D68CF36D1C91405EA37F0A

[4] Vermeersen, B. L. A. et al. Sea-level change in the Dutch Wadden Sea. Geologie en Mijnbouw/Netherlands Journal of Geosciences 97, 79–127 (2018). https://www.cambridge.org/core/journals/netherlands-journal-of-geosciences/article/sealevel-change-in-the-dutch-wadden-sea/A5B7C0A4ACC554F437C672CCE7FBBC45

[5] Van der Spek (2021). Wat zijn de gevolgen van zeespiegelstijging voor de Waddenzee en de Waddeneilanden en wat voor rol speelt slibafzetting hierin? KlimaatHelpesk.org https://www.klimaathelpdesk.org/answers/wat-zijn-de-gevolgen-van-zeespiegelstijging-voor-de-waddenzee-en-de-waddeneilanden-en-wat-voor-rol-speelt-slibafzetting-hierin/

[6] Kraan, C. et al. Landscape-scale experiment demonstrates that Wadden Sea intertidal flats are used to capacity by molluscivore migrant shorebirds. Journal of Animal Ecology 78, 1259–1268 (2009). https://besjournals.onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1365-2656.2009.01564.x

[7] Jan van de Kam, B Ens, Theunis Piersma, L. Zwarts. . . Shorebirds: An illustrated behavioural ecology. KNNV Uitgeverij (2004). doi:10.20622/jltajournal.16.0_toc1. https://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=3fQ4DwAAQBAJ&oi=fnd&pg=PA1&dq=7.%09Jan+van+de+Kam,+B+Ens,+Theunis+Piersma,+L.+Zwarts.+.+.+Shorebirds:+An+illustrated+behavioural+ecology.+KNNV+Uitgeverij+(2004).+doi:10.20622/jltajournal.16.0_toc1.&ots=bcXRED4a9O&sig=YE2u6J7ewmKpKZ6-eOZmY4fYekk

[8] Common Wadden Sea Secretariat https://www.waddensea-worldheritage.org/common-wadden-sea-secretariat

[9] Schop, J. et al. Grey seal numbers in the Wadden Sea and on Helgoland in 2021-2022. (2022). https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/581697

[10] Galatius, A. et al. Survey results of harbour seals in the Wadden Sea in 2022. https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/589063

[11] De La Vega, C. et al. Seasonal variation of harbor Seal’s diet from the wadden sea in relation to prey availability. PLoS One 11, 1–21 (2016). https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0155727

[12] Andersen, S. M., Teilmann, J., Dietz, R., Schmidt, N. M. & Miller, L. A. Behavioural responses of harbour seals to human‐induced disturbances. Aquat Conserv 22, 113–121 (2012). https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1002/aqc.1244

[13] Van Gils, J. A. et al. Climate change: Body shrinkage due to Arctic warming reduces red knot fitness in tropical wintering range. Science (1979) 352, 819–821 (2016). https://www.science.org/doi/abs/10.1126/science.aad6351

[14] van de Pol, M., Brouwer, L., Ens, B. J., Oosterbeek, K. & Tinbergen, J. M. Fluctuating selection and the maintenance of individual and sex-specific diet specialization in free-living oystercatchers. Evolution (N Y) 64, 836–851 (2009). https://academic.oup.com/evolut/article-abstract/64/3/836/6853611

©De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal, er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.