Hoe wordt in Nederland bepaald waar windmolens komen te staan?

In Nederland is de verantwoordelijkheid voor windmolens verdeeld op basis van grootte en locatie. Windmolens op zee zijn de verantwoordelijkheid van het rijk; gemeentes en provincies zijn verantwoordelijk voor de vergunningen voor de normale grote windmolens, terwijl kleine windmolens of dakmolentjes bijna overal kunnen staan. Deze kleinere windmolens dragen alleen slechts beperkt bij aan de energietransitie.

#vergunningen #energietransitie #windmolens #beleid

Hoe in Nederland bepaald wordt waar windmolens komen te staan, verschilt per initiatiefnemer en per gemeente, provincie of het Rijk die de vergunning verleent. Kleine windmolens van een paar meter hoog kunnen bijna overal staan waar de eigenaar dat wil. Soms is een vergunning van de gemeente nodig. Het antwoord hieronder gaat over de grote windmolens die je in de omgeving ziet.

Meestal is het de provincie of gemeente die zelf op zoek gaat naar een geschikte locatie of die een aanvraag van een grondeigenaar of energiebedrijf behandelt. Het is afhankelijk van de omvang van een plan of de gemeente, de provincie of het Rijk aan zet is. Het rijk gaat bijvoorbeeld over de echt grote projecten zoals windmolens op zee.

In Nederland is de keuze gemaakt om veel duurzame energie op te wekken. Iedere regio (RES-regio: Regionale Energie Strategieën; vaak bestaande uit zo’n tien gemeentes) zoekt naar de beste plekken. Iedere RES-regio heeft zelf een bod (een plan) richting het Rijk gedaan voor de bijdrage aan de ambities op het gebied van de opwek van duurzame energie. In zo’n plan staan de details voor de duurzame energieprojecten, zoals waar wind- en zonne-energie projecten kunnen komen en hoe groot ze zijn. Het is nu aan iedere regio om het bod na te komen [1].

Dat is de eerste stap: de regio’s zoeken naar gebieden voor de windmolens. Soms vraagt een grondeigenaar toestemming om een windmolen op eigen grond te mogen plaatsen, soms zoeken ontwikkelaars of overheden in een groot gebied naar de beste plekken. In alle gevallen wordt eerst gekeken waar windmolens zouden mogen staan volgens de wettelijke regels. Deze regels gaan bijvoorbeeld over de gevolgen voor woningen (geluid), natuurgebieden (verstoring vogels, aanleg onderhoudswegen), vlieghoogtes van vliegtuigen en ideeën over het landschap. Als het kan worden soms keuzes gemaakt tussen beide. Bijvoorbeeld het verplaatsen van een stukje natuur of het accepteren dat een landschap verandert. Als uitgezocht is waar het volgens deze regels zou kúnnen, wordt ook gekeken of het op die plek ook echt mogelijk is: wil de grondeigenaar het ook, is de grond stevig genoeg of moeten er extra heipalen komen en hoeveel kilometer aan stroomdraden moet worden aangelegd om de turbine aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Het kan zijn dat het op een locatie wel mág, maar dat het op die plek te kostbaar is. De verschillende overheden hebben vaak voor hun gebied ook aanvullende eisen waar het initiatief aan moet voldoen. Bijvoorbeeld dat iedereen uit de omgeving moet kunnen meedoen als mede-eigenaar of dat er voldoende mensen mee akkoord gaan (draagvlak, vaak via de gemeenteraad).

Om gebieden met elkaar te vergelijken worden planMER’s ontwikkeld: Milieu-Effect Rapportages. Dit zijn onderzoeken die de gebieden vergelijken op hun effecten: welk gebied heeft welk effect op natuur, geluid, opbrengst, etc. Met die uitkomst kan een plek worden gekozen. Als een plek is gekozen wordt vaak ook een project-MER gemaakt om voor die plek nog preciezer de effecten te bepalen. Afhankelijk van de omvang van het project kan zo’n onderzoek door zowel de particuliere initiatiefnemer als overheid worden uitgevoerd. Zo’n onderzoek duurt een paar maanden. Soms zijn onderzoeken op verschillende momenten tijdens een jaar nodig, zoals bij tellingen van trekvogels of tijdens het broedseizoen. Daarna wordt besloten of een vergunning gegeven kan worden. Dat wordt vaak door de gemeente en soms de provincie gedaan [2].

Net zoals bij ieder ander ruimtelijk plan, zoals bij het bouwen van wegen of woningen, zijn de plannen, inclusief die milieuonderzoeken, openbaar beschikbaar zodat mensen erop kunnen reageren (dit noemen we de zienswijzen). Daarna wordt er gereageerd op de zienswijzen en wordt het plan definitief vastgesteld. Vaak worden voorafgaand aan deze officiële openbaarmaking de eerste ideeën en eerste planconcepten al met de omgeving besproken. Dat is zeker bij windenergie het geval. Als de vergunning door de bevoegde overheid is verleend, kan er nog bezwaar gemaakt worden door bijvoorbeeld omwonenden en kan er eventueel beroep bij de rechter worden aangetekend. Daar wordt uiteindelijk bepaald of de vergunning wel of niet terecht is verleend.

Kunnen windmolens ook bovenop gebouwen worden geplaatst?

Soms kan een kleine windturbine op het dak van een gebouw geplaatst worden, mits de constructie voldoende sterk is en de vergunningseisen het toelaten. Dat is per gemeente verschillend. Bij een kleine turbine denken we dan aan hooguit enkele meters, meestal kleiner dan een meter. Een grote windturbine, zoals in de vorige vraag, is veel te zwaar voor een dak. Die constructie vraagt een stabiele en vaste ondergrond. Een gebouw is daarvoor te zwak.

De bijdrage van dergelijke turbines aan de energietransitie is in de praktijk echter zeer gering. Je hebt dan vele honderden tot duizenden dak-windturbines nodig om één moderne grote windturbine te vervangen. Ook blijken in de praktijk de investerings- en onderhoudskosten erg hoog per opgewekte hoeveelheid elektriciteit. Het voordeel is wel dat dakmolentjes vooral in de winter stroom leveren terwijl zonne-energie vooral in de zomer beschikbaar is, dus als je veel van je eigen gebruik wil dekken kan het toch (hoewel duur) een keuze zijn.

Hoe kwam dit artikel tot stand?

Deze vraag is gesteld door Jasmijn (18), Heemstede

Deze vraag is beantwoord door: Huib van Essen

Reviewer: Ernst van Zuijlen
Redacteur: Jonna van Mourik
Gepubliceerd op: 10/9/2023
Wat vond je van dit antwoord? Geef ons je mening