Wat betekent dit voor de zeespiegel?
Stel nu dat al het water uit de atmosfeer in de oceaan terecht komt, hoeveel zeespiegelstijging levert dit op? Daarvoor nemen we de hoeveelheid water in de atmosfeer en delen deze door het oceaanoppervlak: 13.800 km³ / 361.000.000 km² = 0,000038227 km. Dit komt overeen met 0,038227 meter oftewel 3,8 centimeter zeespiegelstijging.
Een verdubbeling in de hoeveelheid water die vastgehouden wordt in de atmosfeer zou dus slechts 3,8 cm zeespiegeldaling tot gevolg hebben. Echter, dit is een zeer extreme aanname die erg veel opwarming zou vereisen. Volgens de Clausius-Clapeyron vergelijking neemt de hoeveelheid waterdamp die in de atmosfeer vastgehouden kan worden namelijk slechts met zo’n 7% per graad opwarming toe (sect 8.2.1 IPCC AR6) [1]. In werkelijkheid zal de zeespiegeldaling als gevolg van de toename van waterdamp in de atmosfeer door opwarming dus veel kleiner zijn dan 3,8 cm.
Wat zijn de verwachte veranderingen in de verdamping en neerslag?
Jaarlijks verdampt er nu zo’n 470.000 km³ water uit de oceaan, en valt er 424.000 km³ direct weer als neerslag in de oceaan. De rest valt als neerslag boven land, en komt grotendeels via rivieren weer in de oceaan terecht (figuur 2). Een deel van de neerslag valt op ijsoppervlakken zoals gletsjers en de Groenlandse en Antarctische ijskappen.

Figuur 2. Hoeveelheden waterverplaatsing uitgedrukt in km³ per jaar. Precipitation: neerslag. Evaporation: verdamping. (IPCC AR6, hoofdstuk 8, fig 8.1b).[1]