De berekening is gevoelig voor de laatste paar jaar. Toen de berekening in 2008 gedaan werd, was de kans op een potentiële Elfstedentocht 5,5% (1 op 18 per jaar met een 95% onzekerheidsmarge van 1 op 64 tot 1 op 7 jaar). Na de relatief koude winters van 2009–2013 was de kans bij een herberekening in 2014 10% (CLO 2014) ( 1 op 10 met een marge van 1 op 5 tot 1 op 25 jaar). Op dit moment, na weer een aantal zachte winters, is de kans terug op 7% (1 op 15 jaar met marge van 1 op 6 tot 1 op 41 jaar), zoals af te lezen is uit figuur 3. Binnen de grote onzekerheidsmarges zijn al deze getallen gelijk. De trend naar een lagere kans op een Elfstedentocht dan vroeger is echter statistisch significant.
De tweede methode is een fit met een extreme-waarde functie, in dit geval de Generalised Extreme Value (GEV) distributie. Deze beschrijft op theoretische gronden de hoogste of laagste waarde van een groot aantal identieke gevallen. Nu is er geen echt groot aantal 15-daagse temperatuurgemiddelden per winter, maar de verdeling past toch goed op de waarnemingen. We gebruiken de methode zoals beschreven in van Oldenborgh et al (2015). De aannames zijn dat de extremen een GEV-verdeling volgen en dat deze opschuift met een factor keer de wereldgemiddelde temperatuur, maar daarbij niet van vorm verandert. Deze aannames zullen we later verifiëren.
Deze methode geeft ook een significante trend in de laagste 15-daags gemiddelde temperatuur in De Bilt, TG15n, van 1.7 (0.2 tot 2.8) keer de stijging in de (gladgestreken) wereldgemiddelde temperatuur over 1902–2017. Deze trend lijkt wat hoger dan de stijging van de wintergemiddelde temperatuur van 1.4±0.9 keer de wereldgemiddelde temperatuur. Dit komt omdat de poolstreken, waar de koude lucht vandaan komt, sneller opwarmen dan de Atlantische Oceaan, waar de lucht vandaan komt op zachte winterdagen (Screen, 2014; van Oldenborgh et al, 2015).
Hiermee vinden we een kans op een potentiële Elfstedentocht in het huidige klimaat van 9% (1 op 11), met een marge van 5% tot 19% (1 op 5 tot 1 op 21). Dit stemt goed overeen met de waarde uit het IRW model. Een verschil is dat de methode minder gevoelig is voor de laatste jaren: in 2008 zouden we 13% (7%...21%) hebben gekregen, in 2014 11% (6%...20%). grafiek met GEV-verdeling die opschuift evenredig met de wereldgemiddelde temperatuur aan TG15n. Rood: beste fit en 95% onzekerheidsmarges in huidige klimaat, waarnemingen opgeschoven naar klimaat 2019. Blauw: hetzelfde voor het klimaat van 1902.

Figuur 4: fit van een GEV-verdeling die opschuift evenredig met de wereldgemiddelde temperatuur aan TG15n. Rood: beste fit en 95% onzekerheidsmarges in huidige klimaat, waarnemingen opgeschoven naar klimaat 2019. Blauw: hetzelfde voor het klimaat van 1902.