Introductie
Om klimaatverandering goed in beeld te krijgen, is het belangrijk om te weten hoeveel broeikasgassen er worden uitgestoten, door wie, en waarom. Dit is niet alleen essentieel voor wetenschappers die toekomstige klimaatveranderingen willen voorspellen, maar ook voor beleidsmakers die effectieve maatregelen willen nemen, en voor alle anderen die betrokken zijn met het klimaat. Omdat er verschillende organisaties zijn die uitstootdata verzamelen, kunnen de exacte hoeveelheden broeikasgas enigszins variëren. De dataset samengesteld door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) die voor dit antwoord gebruikt is, neemt alle belangrijke broeikasgassen en sectoren mee, en is daarmee dus heel volledig [1].
CO₂-equivalent
Op het digitale platform Climate Watch wordt de verzamelde uitstootdata in interactieve grafieken gezet, waardoor de uitstoot per land in één keer zichtbaar wordt [2]. Om de invloed van verschillende broeikasgassen op het broeikaseffect bij elkaar op te tellen, wordt er gebruik gemaakt van de CO₂-equivalent (CO₂-eq). Hierin wordt de sterkte van broeikasgassen zoals methaan (CH₄) en lachgas (N₂O) omgerekend naar CO₂: één kilogram methaan verwarmt de aarde net zoveel als 25 kg CO₂, en één kilo lachgas net zoveel als wel 298 kg CO₂. Omdat het wereldwijd om gigantische hoeveelheden broeikasgassen gaat, wordt de hoeveelheid uitgedrukt in gigaton (Gt): 1 gigaton is een miljard ton, dus duizend miljard kilogram. In 2019, het meest recente jaar waar op dit moment data beschikbaar voor is, was de wereldwijde uitstoot 57,4Gt [1].

Figuur 1: Jaarlijkse broeikasgas uitstoot in CO2 equivalent per land of regio in gigaton sinds 1990 [1].
De grootste uitstoter
Sinds 2005 is China de grootste uitstoter van broeikasgassen, direct na de Verenigde Staten. In 2019 waren ze verantwoordelijk voor respectievelijk 26,7% en 12,6% van de totale broeikasgasuitstoot. Ook India, Rusland, Indonesië, Brazilië en Japan stootten toen meer dan 2% van de wereldwijde uitstoot uit. Deze zeven landen kwamen samen uit op 58,3% van de totale uitstoot (zie tabel 1). Alle andere landen stootten samen dus de resterende 41,7% van de broeikasgassen uit [1].
Tabel 1: Uitstoot van landen verantwoordelijk voor meer dan 2% van de wereldwijde uitstoot in 2019 met Nederland erbij ter vergelijking [1] [2].

Welvaart speelt een belangrijke rol
Op het eerste gezicht lijkt het misschien vreemd dat slechts zeven landen verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van alle uitstoot, maar met ca. 3,8 miljard inwoners [3] woont ook bijna de helft van de hele wereldbevolking in deze landen. Wat verder meespeelt is de welvaart in een land: dit heeft een grote invloed op de uitstoot per inwoner (op Climate Watch: ‘per capita’, zie tabel 1). Rijke, ontwikkelde landen hebben doorgaans een hogere uitstoot per inwoner dan ontwikkelingslanden [4]. In 2017 was de uitstoot in China 8,40 ton CO₂-eq per persoon, in de Verenigde Staten 17,74 – meer dan het dubbele. Aan de andere kant was de uitstoot per persoon in India slechts 2,47 ton CO₂-eq. Ter vergelijking: Nederland had in 2017 een uitstoot van 10,45 ton CO₂-eq per persoon [2]. Naast het inwonertal en de welvaart beïnvloeden ook andere factoren de broeikasgasuitstoot van een land; bijvoorbeeld hoeveel energie er duurzaam opgewekt wordt, en wat voor klimaat het land nu heeft.