
Figuur 1: Een gletsjer in West-Groenland. Beeld: Matt Osman
De Groenlandse ijskap kan je zien als een enorme berg ijs die in het midden meer dan 3 kilometer dik is en dunner wordt richting de randen. Er ligt genoeg ijs om de zeespiegel over de hele wereld met 7.5 m te laten stijgen. De ijskap is zo'n 1 miljoen jaar geleden ontstaan in een relatief koude periode, toen het meer sneeuwde in de winter dan er in de zomer sneeuw weg kon smelten. Elk jaar wordt de sneeuw samengeperst onder het gewicht van nieuwe sneeuw, en zo ontstaat er na meer dan honderd jaar ijs. Dat ijs vloeit daarna door zijn eigen gewicht langzaam naar de randen. Naarmate het ijs steeds dichter naar de zee stroomt en dus lager komt te liggen, komt het in contact met warmere luchttemperaturen, en smelt het weer af of breekt uiteindelijk af in de zee. In Groenland, dat meer dan 1.5 miljoen km² groot is, duurt dit gehele proces van verse sneeuw naar ijsvorming, stroming, en afsmelten meer dan duizend jaar.
Zolang het klimaat niet verandert, houdt de ijskap zichzelf in stand en krijgt het een vaste vorm. Deze vorm verandert niet, omdat er dan aan de top van de ijskap evenveel massa bij sneeuwt als dat er aan de randen afsmelt of afbreekt. De stroming van het ijs zorgt ervoor dat het jongere ijs de plaats neemt van het oude gesmolten ijs. Dan is de ijskap in balans.