Materialen
Om te beginnen, vergelijken we de materialen. Papier is gemaakt van hout en daarmee een hernieuwbaar materiaal. Dat is een pluspunt, hoewel ook productie van papier milieu-impact geeft [1]. Voor de e-reader moeten materialen gedolven worden. Dat beschadigt het ecosysteem en deze materialen zijn niet hernieuwbaar [2]. Met name de elektronica in de e-reader heeft een grote milieu-impact omdat er veel zeldzame metalen zoals goud en kobalt in worden verwerkt. De productie van een e-reader kost daarom veel meer energie en materialen dan de productie van een enkel papieren boek. Dus als we naar een enkel boek kijken, dan wint papier.
Invloed van gebruik
Verder is de milieu-impact sterk afhankelijk van het gebruik. Wordt de e-reader gebruikt om meerdere boeken op te lezen, dan loopt de e-book reader het verschil in. De impact van productie van de e-reader wordt namelijk verdeeld over het aantal gelezen boeken, terwijl voor ieder gewoon boek weer papier nodig is. Er vanuit gaande dat ieder boek één maal gelezen wordt ligt het omslagpunt bij ongeveer 30 tot 60 boeken [3,4]. Als je meer dan dat aantal boeken leest op de e-reader, heeft die een lagere CO₂ impact dan hetzelfde aantal papieren boeken. Het precieze aantal is niet vast te stellen, omdat er veel onzekerheden zitten in de berekening en niet alle data beschikbaar is. Denk aan de soort papier, inkt, printproces van het papieren boek of de onderdelen en assemblagetijd van een e-reader [3,5].
Echter, het leesgedrag beïnvloedt ook de impact van een papieren boek [4]. Denk bijvoorbeeld aan studieboeken waarin je heen en weer bladert en dingen opzoekt, of bibliotheekboeken die meerdere keren worden uitgeleend. Stel dat je een uitgelezen boek weggeeft en iemand anders het nog eens leest, dan is het aantal keren dat ’t gelezen wordt opeens verdubbeld, en daarmee de milieu-impact gehalveerd. Als alle papieren boeken gemiddeld genomen twee maal gelezen worden, ligt het break-even point met de e-reader op zo’n 60 à 120 boeken [3].

Illustratie door Emma Pluijgers