Er waren in het verleden ook enige zorgen over de slechte staat van publieke gezondheid rondom windmolenparken, maar deze waren grotendeels ongegrond. In experimentele omgevingen is gevonden dat gezondheidseffecten die verband houden met blootstelling aan "infrageluid", de voornaamste bron van zorg gerelateerd aan blootstelling van windmolenparken, verband houden met iemands eerdere opvattingen over infrageluid en niet met de blootstelling aan infrageluid zelf. Dit wordt het "nocebo-effect" genoemd - als je wordt verteld dat iets slecht voor je is, leidt dit tot symptomen. Dit is in wezen het tegenovergestelde van het "placebo-effect", waarbij het doorlopen van de behandelervaring resulteert in een betere gezondheid. Bovendien is er een sterke relatie tussen meldingen van "windturbinesyndroom" en blootstelling aan slechte publiciteit over windparken, zelfs in gebieden zonder windturbines. Het is zelfs aangetoond dat het uitleggen van dit "nocebo" -effect aan mensen die aan infrageluid worden blootgesteld de symptomen vermindert of verwijdert.
Dit onderwerp wordt nog druk onderzocht. Een enkele studie suggereerde eventuele associaties met met boezemfibrileren (een vorm van een hartritmestoornis) en het gebruik van medicatie voor psychiatrische stoornissen. Deze bevindingen zijn tot dusverre gebaseerd op een enkele studie en moeten in toekomstige studies worden bevestigd of weerlegd.