Een klimaatvriendelijke oplossing voor de woningopgave gaat niet alleen over meer nieuwbouw, maar ook over het beter benutten van bestaande gebouwen. Om 'de mate van duurzaam en klimaatvriendelijk bouwen' te bepalen omschrijf ik vier strategieën met ieder een eigen oplossingsrichting [1]. De strategieën leiden gezamenlijk tot een klimaatvriendelijke oplossing voor het woningbouwprobleem:
- Beter benutten van bestaande woningen (o.a. samenwonen, splitsen)
- Transformeren en verhogen van bestaande gebouwen
- Hergebruik van onderdelen en producten uit de sloop voor nieuwbouw-woningen
- Toepassen van biobased materialen met een lage milieu-impact
Daarbij gelden dan een aantal randvoorwaarden om de levensduur van nieuwe woningen te verlengen. Zo moet de toekomstige bewoner de woning voldoende naar de eigen hand kunnen zetten en kunnen aanpassen naar de tijd. De woning dient klimaat adaptief te zijn, wat betekent dat er rekening gehouden moet worden met steeds warmere zomers en heftigere regenbuien. Ook moet er aandacht zijn voor de lokale biodiversiteit.
Bestaande woningen beter benutten
In Nederland hebben we ruime woningen ten opzichte van andere Europese landen. Gemiddeld woont een Nederlander op 53 vierkante meter woonoppervlakte per persoon [2]. Ter vergelijking, een Duitser of Vlaming woont gemiddeld op 47 vierkante meter [3]. In de jaren zeventig bestond een huishouden gemiddeld nog uit 3,5 personen. Inmiddels wonen er gemiddeld 2,2 mensen in een woning. Daarnaast wordt 40% van alle huizen in Nederland bewoond door maar één persoon. Krijn van Beek, redacteur sociale vraagstukken, betoogt in zijn analyse ‘We kunnen de crisis op de woningmarkt gewoon oplossen’ dat het tekort aan woningen het gevolg is van een overheidsbeleid dat mensen dwingt om alleen te wonen [4]. Het stimuleren van samenwonen draagt bij aan het verkleinen van de woningopgave. Een voorbeeld hiervan is 2Peer in Amsterdam [5], waarbij twee of drie bewoners een woonkeuken en buitenruimte delen maar ieder een eigen grote woon-slaapkamer met eigen badkamer heeft.
Onderzoek van Springco Urban Analytics [6] laat zien dat de meeste woonruimte wordt ingenomen door empty nesters (stelletjes zonder kinderen) en senioren. Een variëteit aan woonvormen, van stadsappartement tot aan een kleiner huis in een dorp of landelijk gebied, kan deze groepen verleiden om door te stromen. Een project als de Stadsveteraan in het Amstelkwartier van Amsterdam speelt in op de woonwensen van 55-plussers en maakt doorstroom mogelijk [7].
Transformeren van bestaande bouw naar woningen
Ondanks de woningnood staan er ook veel panden leeg, denk aan kantoren of kerken. Door deze gebouwen te transformeren kan je beter gebruik maken van de ruimte die er al is. Zo hoeven we minder (volledig) nieuw te bouwen. Een voorbeeld daarvan is de transformatie van de Vredeskerk in Tilburg naar woningen voor starters.[8]
Als je dan toch nieuwe woningen gaat bouwen, hoe kan je dit dan doen op een klimaatvriendelijke manier? Hoe kan je een nieuwe woning bouwen zonder in te teren op de reserves van de aarde en het klimaat?
Al tientallen jaren is er aandacht voor de duurzaamheid van de ‘gebruiksfase’ van woningen. Het gaat dan met name over het energiegebruik van de bewoners. Een woning die vandaag de dag wordt gebouwd heeft een goede isolatie en verbruikt daardoor minder energie. Er zijn zelfs voorbeelden van woningen die energie leveren. Dit is geen sciencefiction, ze gebruiken minder energie dan dat ze zelf opwekken door bijvoorbeeld het gebruik van zonnepanelen. In Mierlo wordt er bijvoorbeeld gebouwd aan 16 sociale energieleverende huurwoningen [9].
Naast de energie is er ook veel aandacht voor de materialen in de woningen in Mierlo. Lange tijd is de impact van het gebruik van materialen tijdens de bouw onderbelicht geweest maar dat is onterecht gezien de impact die het gebruik van deze materialen heeft op de aarde. 11% van de totale Europese CO2-uitstoot is namelijk te relateren aan het materiaalgebruik in de gebouwde omgeving [10].
Het lastige van CO2-uitstoot die verbonden is aan het materiaalgebruik is dat deze uitstoot ‘verborgen’ is in de keten. We zien en ervaren de uitstoot niet direct. De uitstoot vindt namelijk niet plaats op de bouwplaats, maar bij de winning en productie van materialen. En dan met name bij de productie van staal en beton [11]. Ook het vervoeren van de materialen gaat gepaard met de nodige CO2-uitstoot.
Kiezen voor klimaatvriendelijke materialen kan wel, dat laten de woningen in Mierlo ook zien. Door de woningen te bouwen met hout, zijn de woningen veel lichter. Hierdoor is transport goedkoper en makkelijker en zijn er minder zware funderingen nodig. Tegelijkertijd worden materialen zoals beton en staal, die meer CO2 uitstoten tijdens de productie, voor een groot deel vermeden.
Bijkomend voordeel is dat hout CO2 opslaat. Bij de groei van bomen wordt CO2 uit de lucht opgeslagen in het hout. In één m3 hout zit ruim 715 kg CO2 opgeslagen (afhankelijk van de houtsoort) [i]. Meer dan 98% van het hout in de bouw komt uit duurzaam beheerde bossen [ii]. Hierdoor wordt na de kap weer nieuw bos aangeplant, waarmee de CO2-opslag van het bos doorgaat. Het hout legt daarmee de CO2 'vast' voor de hele gebruiksduur.
Weerman Gerrit Hiemstra ging met de bouw van zijn woning in Friesland nog een stap verder. Naast hout heeft hij ervoor gekozen om kalkhennep te gebruiken voor zijn wanden. Kalkhennep is een biologische composiet van vezels en kalk, een zeer groene isolator en vochtregulator [12]. Ook de Nederlandse overheid zet in op natuurlijke bouwmaterialen via het project Building Balance. Dat is een experiment waarbij er op 13 landbouwgronden biogrondstoffen zoals hennep, olifantsgras, en vlas gegroeid wordt dat vervolgens ontwikkeld wordt tot bouwmaterialen.
Niet elk materiaal is te vervangen voor een natuurlijk alternatief. En niet elk natuurlijk alternatief is per definitie duurzaam. Bij nieuwbouwwoningen wordt ook een berekening gemaakt van de milieu-impact van de woning [13]. Dit wordt een MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) berekening genoemd. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Voor Nederland is de milieubelasting van verschillende bouwproducten verzameld in de Nationale MilieuDatabase. Bouwers kunnen op basis van deze data keuzes maken voor alternatieven met een lagere milieubelasting.
Er kan een hele hoop en er gebeurt al ontzettend veel op het gebied van klimaatvriendelijk bouwen, zoals de voorbeelden laten zien. Maar, zoals wordt bevestigd op Earth Overshoot Day [14] is klimaatvriendelijk bouwen op dit moment nog geen dagelijkse praktijk. Earth Overshoot Day is de dag in het jaar waarop de mensheid de hoeveelheid grondstoffen heeft gebruikt die de aarde in een heel jaar kan regenereren. Afgelopen jaar viel dat moment wereldwijd op 28 juli; in Nederland al op 12 april. Dat betekent dat we tussen 1 januari en 12 april net zoveel grondstoffen hebben gebruikt als de aarde in een heel jaar kan voortbrengen. We leven in Nederland dus ver voorbij de planetaire grenzen [iii].
De komende jaren zal de hele sector moeten innoveren om tot klimaatvriendelijke nieuwbouw en materialisatie te komen. Innovatie zal leiden tot minder CO2-uitstoot van bouwmaterialen als glas, beton, warmtepompen en zonnepanelen.
Is dat voldoende voor een klimaatvriendelijke oplossing van het woningbouwprobleem? Een klimaatvriendelijke oplossing voor mij is een oplossing die geen schade aanricht aan het klimaat en de aarde. Of liever nog die de klimaatschade uit het verleden kan herstellen.
[i] In de bouw wordt veel vuren hout toegepast. Vuren slaat 715 kg CO2 per m3. Via de website van Centrum Hout is de vastgelegde CO2 per hout soort inzichtelijk. https://opslagco2inhout.nl/
[ii] Het aandeel gecertificeerd bedroeg voor naaldhout 98,8 procent en voor plaatmaterialen 98,2 procent in 2020. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/aanvullende-statistische-diensten/2021/monitor-duurzame-agro-grondstoffen-2021/4-hout
[iii] Het begrip ‘planetaire grenzen’ is ontwikkeld door het Stockholm Resilience Centre. Dit concept geeft negen grenzen aan waarbinnen wij moeten navigeren om op een duurzame manier gebruik te maken van de hulpbronnen van de aarde. Als we een of meerdere van deze grenzen over-schrijden, kan dit tot schadelijke of zelfs onomkeerbare veranderingen leiden.