Houtgroei = CO2-vastlegging
Bomen gebruiken CO2 en water om middels fotosynthese suikers aan te maken. Een deel van die suikers worden ingezet om hout te maken, een ander deel gaat naar andere onderdelen van de boom, zoals bladeren of naalden. De bladeren en naalden vallen na verloop van tijd van de boom af en worden op de bodem weer grotendeels omgezet in CO2. Dit is onderdeel van de korte koolstofcyclus en heeft wat betreft maatregelen/acties tegen klimaatverandering minder impact. Het stamhout en veel van de takken van de boom blijven veel langer intact en zorgen daarmee voor de opslag van koolstof.
Er is dus een direct verband tussen de groei van een boom en de CO2-vastlegging. Bomen zetten nieuw hout af in de welbekende jaarringen. In de nieuwste jaarringen lopen de vaten waardoor de boom zijn water en voedingsstoffen transporteert. Deze moeten elk jaar opnieuw aangemaakt worden. Een boom moet dus ook blijven groeien om in leven te blijven. Op jonge leeftijd groeit een boom vooral in de lengte, zodat hij beter bij het zonlicht kan. Op latere leeftijd vindt de groei vooral in de breedte plaats. De lengtegroei stopt op een gegeven moment, als de boom zijn maximale hoogte heeft bereikt. Hierna wordt het te zwaar om het water uit de grond, tegen de zwaartekracht in, naar de bladeren boven in de kroon te pompen. De breedtegroei gaat tot de dood van de boom door.

Figuur 1: De nieuwste jaarring wordt afgezet net onder de schors (witte pijl).
Sommige bomen leggen meer CO2 vast dan andere
CO2-vastlegging heeft dus te maken met de groei van bomen. En de groeisnelheid verschilt per boomsoort. Dat heeft alles te maken met de strategie van een boomsoort. Sommige soorten zijn gespecialiseerd in het snel innemen van een plekje, om vervolgens zo snel mogelijk boven naburige bomen uit te torenen om bij het zonlicht te kunnen. Populieren maken bijvoorbeeld gebruik van deze strategie. Deze snelle groeiers botsen echter na zo’n 60-80 jaar op de nadelen van hun spectaculaire jeugdgroei. Zo sterven ze relatief vroeg, waarna het de tijd is aan bijvoorbeeld langzamer groeiende eiken om hun plek tussen de boomtoppen in te nemen.

Figuur 2: Tulpenbomen zijn voorbeelden van snelle groeiers. Het exemplaar op de foto is ongeveer 4 jaar oud.
En hoeveel CO2 legt één enkele boom dan vast? Dat zou eigenlijk nog een nieuwe KlimaatHelpdesk vraag kunnen zijn, maar laten we voor nu alvast een snel rekensommetje maken. Uit cijfers van de Nederlandse Bosinventarisatie blijkt dat een hectare bos in Nederland gemiddeld 9,1 ton CO2 per jaar vastlegt[1]. Op zo’n hectare bos staan gemiddeld zo’n 800 bomen. Een boom in het bos legt dan gemiddeld zo’n 11 kg CO2 per jaar vast.
Wat te doen als de boom stopt met CO2 vastleggen?
Dat betekent dat de boom dood is gegaan. Dat kan door natuurlijke oorzaken komen, maar ook doordat hij is gekapt. De CO2-vastlegging houdt daarmee op, want de boom groeit niet meer. Als je het hout echter gebruikt hoeft de koolstof nog niet direct als CO2 terug de lucht in. Hoe lang? Dat hangt af van de bestemming van het hout. Gebruik je het om papier of karton van te maken, dan duurt het gemiddeld zo’n 1-2 jaar totdat de CO2 alsnog vrijkomt. Gebruik je het hout voor meer hoogwaardigere toepassingen, zoals het bouwen van een huis? Dan kan het nog tientallen jaren vastgelegd blijven. Daarnaast kan de boom ook achterblijven in het bos. Het dode hout en strooisel komen op de bosbodem terecht, waar het langzaam wordt afgebroken. De opgeslagen koolstof komt dan grotendeels weer als CO2 in de lucht terecht. Een deel wordt ook opgeslagen in de bosbodem, maar hoeveel dat is, is lastig te kwantificeren en wordt nog onderzocht[2].
Wil je dus de maximale CO2 winst bereiken met bomen en bos? Zorg dan allereerst voor een gezond, veerkrachtig en goed groeiend bos. Daarna is er ook ruimte voor houtoogst, zodat de CO2 nog langer blijft opgeslagen, het liefst in hoogwaardige producten die lang meegaan.