Allereerst een verantwoording van de getallen hierboven. De hoeveelheid ijs op Antarctica is bepaald aan de hand van een enorme hoeveelheid satelliet- en grondmetingen. Daarmee is de grootte van de ijskap bepaald: ongeveer 27 miljoen kubieke km [1]. In de details van het ijsvolume, bijvoorbeeld hoe dik het op plaatsen precies is, zitten nog onzekerheden, maar het totale volume is vrij zeker [1]. Het totaaloppervlak van de oceanen en zeeën is ook bepaald via satellietobservaties.

Afbeelding via Pexels.com
Complicatie 1: verschil in dichtheid van ijs, puur water en zeewater
Water is een raar goedje. Stoffen op aarde hebben gewoonlijk hun grootste dichtheid in vaste vorm. Een kilogram van een bepaalde stof in vaste vorm neemt minder ruimte in dan een kilogram van dezelfde stof in vloeibare vorm. Bij water hebben waterstofbruggen invloed op deze dichtheidswetmatigheid. Hierdoor heeft water van 4°C (vloeibaar dus) de hoogste dichtheid – warmer of kouder water heeft dus een lagere dichtheid, en neemt dus per gewichtseenheid meer ruimte in. Zeewater heeft door de vele opgeloste mineralen een nog grotere dichtheid dan puur water.
De verschillen zijn behoorlijk groot. Hieronder typische waarden voor:
Dichtheid ijs: ~917 kg/m3 1 Gt (gigaton) = ~1,091 km3 ijs
Dichtheid puur water: 1000 kg/m3 1 Gt = 1,000 km3 puur water
Dichtheid zeewater: ~1027 kg/m3 1 Gt = ~0,937 km3 zeewater
Dit heeft niet alleen tot gevolg dat ijs drijft, maar ook dat bevroren waterleidingen springen, en dat een hoeveelheid gesmolten Antarctisch ijs minder ruimte inneemt in de oceanen. Daarom moet het ijsvolume van Antarctica met ongeveer een factor 0,9 vermenigvuldigd worden om het volume in vloeibaar water te bepalen. Door dit effect zou de zeespiegel ~7 meter minder stijgen dan de 75 meter die in de korte berekening werd genoemd. Vervolgens wordt dit effect nog iets verkleind, omdat het zoetwater uit de ijskap het gemiddelde zoutgehalte van het wereldwijde zeewater verlaagt, wat weer tot een kleinere dichtheid en een groter volume van het zeewater zorgt. Al deze effecten moeten meegenomen worden om de wereldwijd gemiddelde zeespiegelstijging door smeltend landijs te bepalen. Maar er is nog een complicatie.
Complicatie 2: Niet al het Antarctische ijs draagt bij aan zeespiegelstijging
Op de basisschool leerde je waarschijnlijk al: het Noordpoolgebied heeft een oceaan, het Zuidpoolgebied een landmassa. En dat het smelten van zeeijs niet bijdraagt aan zeespiegelstijging, en ijs dat op land ligt wel. Allemaal waar, maar dat betekent niet dat al het Antarctische landijs bijdraagt aan zeespiegelstijging. Wanneer je de kaart van Antarctica zonder ijsmassa erbij pakt, zie je dat veel van Antarctica's ijsmassa op een verdronken continent ligt (Figuur 1b). Allereerst is er een klein deel van de ijskap op Antarctica dat drijft op zeewater, de zogenaamde ijsplaten: dit ijs draagt als het smelt dus ook niet bij aan zeespiegelstijging (grofweg de grijze gebieden in Figuur 1a) en moet dus genegeerd worden. Belangrijker is dat grote delen van de Antarctische ijskap rusten op land dat onder zeeniveau ligt. Vergelijk bijvoorbeeld de kaart van het ijsoppervlak Figuur 1a, met de kaart van de hoogte van de Antarctische ondergrond in Figuur 1b. Wanneer de gehele Antarctische ijsmassa zou smelten, zal het deel van de ijsmassa dat onder zeeniveau ligt, worden vervangen door zeewater, en dit deel zal niet bijdragen aan zeespiegelstijging. Natuurlijk komt op den duur de Antarctische landmassa ook omhoog wanneer het gewicht van de ijskap niet meer op het land drukt [2], maar dit duurt duizenden jaren en compenseert maar ten dele de grote gebieden die onder zeeniveau liggen. In feite dient dus het deel van de ijskap onder zeeniveau niet meegerekend te worden in de berekening van zeespiegelstijging. Daarnaast moet nog worden gecompenseerd voor het feit dat de bovenste 50-100 meter van de ijskap niet bestaat uit ijs, maar uit samengedrukte sneeuw (firn). Firn heeft een lagere dichtheid dan solide ijs. Het is een kleine correctie, maar toch belangrijk om het geheel sluitend te maken [3]. Zie voor een totale berekening ook deze uitleg (in het Engels). Door deze effecten gecombineerd ligt de uiteindelijke zeespiegelstijging dus ~23% lager dan de 75 meter uit de korte uitleg.