Is het mogelijk om gemiddelde economische groei te behouden en tegelijkertijd binnen 1,5 tot 2 graden opwarming te blijven?

Noot van de redactie: Een vraag zoals deze zal niet door iedere econoom met dezelfde ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord worden omdat één definitief antwoord niet mogelijk is. Je moet namelijk veel aannames doen over de effecten van klimaatbeleid op economische groei, zoals: welke kosten en baten (inclusief vermeden schade) neem je wel of niet mee; wat verwacht je van technologische innovaties; kijk je naar de korte of lange termijn; welke effecten verwacht je van klimaatbeleid op de markt. Experts schatten die ontwikkelingen verschillend in, en (meestal) om goede redenen. We hebben deze vraag daarom voorgelegd aan drie economen die zijn gespecialiseerd in klimaatvraagstukken maar ieder de vraag verschillend benaderen. Deze drie economen geven dan ook (deels) verschillende antwoorden. Dat lijkt wellicht verwarrend, maar toch denken we hiermee de vragensteller zo een eerlijk beeld te geven. We laten het graag aan de lezers over welke antwoorden hen het meest overtuigen. Aan het eind van ieder antwoord vind je een korte reactie van de andere twee experts.

#koolstofdioxide #energietransitie #economie #economische groei #innovatie

Hier volgt het antwoord van Reyer Gerlagh. Daarnaast is deze vraag ook beantwoord door Andries Hof, en Richard Tol.

De lobby van de fossiele brandstoffen heeft in het verleden met succes effectief klimaatbeleid tegengehouden. Gelukkig komt de energietransitie eindelijk op gang, maar zij duurt nog tientallen jaren. Dat is te laat voor de klimaatdoelstellingen. Voor 2050 komen de temperatuurstijgingen boven de 1.5 en waarschijnlijk ook boven de 2 graden Celsius uit. We moeten zo snel mogelijk klimaatneutraal worden. Klimaatmaatregelen kosten veel geld maar gaan niet ten koste van de gemiddelde economische groei.

Het klimaat staat al tientallen jaren op zowel de wetenschappelijke als de politieke agenda. Na jaren onderzoek hebben we een redelijk goed beeld van de belangrijkste oorzaak van klimaatveranderingen: het gebruik van fossiele brandstof voor de energievoorziening, steenkool, olie en gas [1]. Om de temperatuurstijging onder de 1.5 of 2 graden Celsius te houden, mogen we niet meer dan een bepaalde hoeveelheid fossiele brandstoffen verbranden, het zogenaamde koolstofbudget [2]. Daarnaast levert de landbouw een belangrijke bijdrage door de uitstoot van methaan. Dat gas warmt de aarde bijzonder snel op, maar gelukkig verdwijnt het ook snel uit de atmosfeer, in tegenstelling tot CO₂. Ook is de totale bijdrage van methaan kleiner dan die van CO₂ (zie dit antwoord op de KlimaatHelpdesk). Daarom beperk ik me hier tot CO₂.

pexels-yogendra-singh-2480807.jpg

Afbeelding via Yogendra Singh via Pexels

Het gebruik van fossiele brandstoffen is exponentieel gestegen over de afgelopen honderd jaar. Wetenschappers vragen elke keer opnieuw om klimaatmaatregelen, en bestuurders organiseren vele klimaatconferenties. Maar tot nu toe was de lobby tegen effectief klimaatbeleid vanuit de fossiele brandstoffen industrie te sterk [3, 4] De fossiele lobby verspreide desinformatie over klimaatveranderingen, en angst voor de negatieve economische gevolgen van klimaatbeleid. Het resultaat is dat er de afgelopen jaren nog veel fabrieken en elektriciteitscentrales zijn gebouwd die fossiele brandstoffen nodig hebben om te draaien. Als de laatste fabriek die steenkool gebruikt sluit is het koolstofbudget ruim overschreden. Daarom zeggen wetenschappers dat de doelstelling van 1.5 graden Celsius niet meer haalbaar is. Omdat wereldwijd nog steeds wordt geïnvesteerd in nieuwe machines die fossiele brandstoffen nodig hebben komen we ook boven de 2 graden uit [5].

Er is een kentering in ons denken over het klimaat. We zien voorbeelden dat hernieuwbare energie goedkoop kan te zijn. Burgers merken dat elektrische auto’s prettig rijden. We beseffen dat fossiele brandstoffen niet nodig zijn voor de economie. De angst voor economische rampspoed als gevolg van klimaatbeleid blijkt ongegrond. Dat besef is er onder wetenschappers al lang [6], en nu dringt het door tot de bevolking.

Klimaatbeleid lijkt soms heel duur. We lezen over bedrijven die vrezen dat ze moeten sluiten als het klimaatbeleid te streng wordt. We lezen over miljarden euro’s subsidies die nodig zijn voor zonnepanelen en windmolens, of om fabrieken aan te passen. Die subsidies zijn niet altijd nodig. Soms zijn ze bedoeld om belangengroepen mee te krijgen. Hoe kan het dat ondanks de hoge kosten klimaatbeleid toch weinig invloed heeft op de economische groei? Het kerninzicht is dat economische groei gaat over de lange termijn, terwijl de kosten gaan over de korte termijn. De twee zijn heel verschillend.

de verwachting is dat over tientallen jaren de aarde zo is opgewarmd dat in de zomer het ijs op de Noordpool kan zijn gesmolten, een groot deel van de koralen zijn gestorven, en dat sommige wereldsteden regelmatig dodelijke hittegolven hebben.

Als we willen weten hoe het komt dat Nederland tot de rijkste landen ter wereld behoort, moeten we kijken naar de lange termijn: waar heeft Nederland de stabiele economische groei aan te danken. Voor economische groei is het belangrijk dat de burgers een goede opleiding krijgen, dat bedrijven investeren en de waarde die ze creëren (deels) zelf mogen houden [7]. De combinatie van die twee factoren zorgt ervoor dat bedrijven nieuwe technologieën ontwikkelen, en dat zorgt voor potentiele economische groei. Als burgers hun mogelijkheden kunnen ontwikkelen, als markten goed werken, bijvoorbeeld doordat er geen corruptie en geen discriminatie is, dan kan een land het potentieel omzetten in reëel inkomen. Een land waar mensen in vrijheid kunnen doen wat ze leuk vinden om te doen, waar mensen worden beloond voor de dingen die ze goed doen en die andere mensen waarderen, zo’n land heeft economische groei.

Als we dat inzicht hebben, begrijpen we dat klimaatbeleid niet ten koste gaat van economische groei. Klimaatbeleid gaat om een verschuiving van vervuilende activiteiten naar minder vervuilende activiteiten. In het begin, als we nog niet zoveel ervaring hebben, zijn die nieuwe activiteiten minder efficiënt, en dus duurder. Maar nieuwe technologieën worden snel goedkoper als ze worden ingezet. Elke verdubbeling van zonne-energie verlaagt de kosten tussen de 10 en 20 procent [8]. Als we fossiele brandstoffen vervangen is het verschil in kosten snel ingehaald en is het statistisch onmogelijk om te zeggen of het inkomen hoger of lager zou zijn met of zonder fossiele brandstoffen. De basis voor economische groei, wat economen het menselijk en sociaal kapitaal noemen, is niet afhankelijk van de energiebron.

Er zijn recente suggesties dat klimaatveranderingen kunnen leiden tot lagere economische groei [9, 10], maar de verantwoordelijke mechanismen zijn nog onduidelijk. Als die bevindingen kloppen, zou dat betekenen dat, om de gemiddelde groei te behouden, we zelfs binnen de 1,5 tot 2 graden opwarming moeten blijven. De vraag wordt dan omgedraaid. Het is niet mogelijk om gemiddelde groei te behouden als we buiten de 1,5 tot 2 graden opwarming geraken.

De verwachting is dat over tientallen jaren de aarde zo is opgewarmd dat in de zomer het ijs op de Noordpool kan zijn gesmolten [11], een groot deel van de koralen zijn gestorven [12], en dat sommige wereldsteden regelmatig dodelijke hittegolven hebben [13]. Als de opwarming aanwijsbaar tot doden leidt verwacht ik dat we de aarde af willen koelen, bijvoorbeeld door zonnestralen tegen te houden boven de atmosfeer, het zogeheten ‘solar radiation management’. Dat is niet ideaal [14] en daarom zullen we ook CO₂ weer uit de lucht proberen te halen. Als we dat beseffen, is het duidelijk dat we ons best moeten doen om zo snel mogelijk te stoppen met de uitstoot van CO₂.

Reactie van Andries Hof (link naar Andries’ antwoord)

Dit antwoord komt grotendeels overeen met mijn antwoord: als we de effecten van klimaatverandering op economische groei meenemen, is het juist nodig om klimaatverandering te beperken om economische groei te behouden. Recente studies laten namelijk zien dat de effecten van klimaatverandering op economische groei op de lange termijn groter zijn dan de effecten van het tegengaan van klimaatverandering op economische groei.

Reactie van Richard Tol (link naar Richards antwoord)

Dit antwoord trekt twee conclusies. De auteur stelt: “Klimaatmaatregelen kosten veel geld maar gaan niet ten koste van de gemiddelde economische groei.” Het is mij een raadsel hoe zowel de eerste als de tweede helft van die zin waar kan zijn. De auteur beweert ook dat “[d]e lobby van de fossiele brandstoffen […] in het verleden met succes effectief klimaatbeleid [heeft] tegengehouden.” Dat is schromelijk overdreven. Klimaatbeleid gaat langzaam omdat hernieuwbare energie tot voor kort te duur was, omdat krachtcentrales, auto’s en gebouwen een lange levensduur hebben, en omdat de baten van klimaatbeleid in de toekomst in verre landen vallen.

Hoe kwam dit artikel tot stand?

Dit antwoord is geschreven door Reyer Gerlach

Redacteur: Daan Reijnders

Vraagsteller: Bart (39), Barendrecht

Gepubliceerd op: 1-9-2021

Wat vond je van dit antwoord? Geef ons je mening!

[1] IPCC, 2014: Summary for Policymakers. In: Climate Change 2014: Mitigation of Climate Change. Contribution of Working Group III to the Fifth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change [Edenhofer, O., R. Pichs-Madruga, Y. Sokona, E. Farahani, S. Kadner, K. Seyboth, A. Adler, I. Baum, S. Brunner, P. Eickemeier, B. Kriemann, J. Savolainen, S. Schlömer, C. von Stechow, T. Zwickel and J.C. Minx (eds.)]. Cambridge University Press, Cambridge, United Kingdom and New York, NY, USA. .

[2] Allen, M. R., Frame, D. J., Huntingford, C., Jones, C. D., Lowe, J. A., Meinshausen, M., & Meinshausen, N. (2009). Warming caused by cumulative carbon emissions towards the trillionth tonne. Nature, 458(7242), 1163-1166. .

[3] Brulle, R. J. (2018). The climate lobby: a sectoral analysis of lobbying spending on climate change in the USA, 2000 to 2016. Climatic change, 149(3), 289-303. .

[4] Meng, K. C., & Rode, A. (2019). The social cost of lobbying over climate policy. Nature Climate Change, 9(6), 472-476. .

[5] Tong, D., Zhang, Q., Zheng, Y., Caldeira, K., Shearer, C., Hong, C., ... & Davis, S. J. (2019). Committed emissions from existing energy infrastructure jeopardize 1.5 C climate target. Nature, 572(7769), 373-377. .

[6] Azar, C., & Schneider, S. H. (2002). Are the economic costs of stabilising the atmosphere prohibitive?. Ecological Economics, 42(1-2), 73-80. .

[7] Mankiw, N. G., Romer, D., & Weil, D. N. (1992). A contribution to the empirics of economic growth. The quarterly journal of economics, 107(2), 407-437. .

[8] Witajewski-Baltvilks, J., Verdolini, E., & Tavoni, M. (2015). Bending the learning curve. Energy Economics, 52, S86-S99. .

[9] Dell, M., Jones, B. F., and Olken, B. A. (2012). Temperature shocks and economic growth: Evidence from the last half century. American Economic Journal: Macroeconomics, 4(3):66-95. .

[10] Burke, M., Hsiang, S. M., and Miguel, E. (2015). Global non-linear effect of temperature on economic production. Nature, 527(7577): 235-239. .

[11] IPCC, 2019a, Polar Regions. in: IPCC Special Report on the Ocean and Cryosphere in a Changing Climate [H.-O. Pörtner, D.C. Roberts, V. Masson-Delmotte, P. Zhai, M. Tignor, E. Poloczanska, K. Mintenbeck, A. Alegría, M. Nicolai, A. Okem, J. Petzold, B. Rama, N.M. Weyer, (eds), In press. .

[12] IPCC, 2019b: Summary for Policymakers. In: IPCC Special Report on the Ocean and Cryosphere in a Changing Climate[H.-O. Pörtner, D.C. Roberts, V. Masson-Delmotte, P. Zhai, M. Tignor, E. Poloczanska, K. Mintenbeck, A. Alegría, M. Nicolai, A. Okem, J. Petzold, B. Rama, N.M. Weyer (eds.)]. In press. .

[13] Matthews, T. K., Wilby, R. L., & Murphy, C. (2017). Communicating the deadly consequences of global warming for human heat stress. Proceedings of the National Academy of Sciences, 114(15), 3861-3866. .

[14] Robock, A., Marquardt, A., Kravitz, B., & Stenchikov, G. (2009). Benefits, risks, and costs of stratospheric geoengineering. Geophysical Research Letters, 36(19). .

©De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal, er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.