Duurzamer eten in 7 stappen
Als je vandaag wilt beginnen met klimaatvriendelijker eten, dan zijn er een aantal stappen waar je al snel veel winst mee kunt behalen. De belangrijkste stappen zijn: minder vlees en meer plantaardig eten, minder voedsel verspillen en niet meer eten dan je nodig hebt [8]. Maar ook binnen andere productgroepen kun je duurzamer kiezen, zoals door vaker te kiezen voor seizoensproducten (groente en fruit) van dichtbij.
1: Eet minder vlees: kies vaker peulvruchten en noten
Veel vlees eten is heel belastend voor het milieu. Dit geldt vooral voor rood vlees (vlees van rund, varken, geit of schaap). Voor het houden van vee is veel land, water en voer nodig. Daarnaast zorgen dieren voor veel uitstoot van broeikasgassen door boeren, scheten en mest. Vervang rood en bewerkt vlees2 daarom vaker door peulvruchten zoals bonen, linzen of kikkererwten, ongezouten noten en ei. Dit zijn goede vleesvervangers, en bronnen van eiwit, die het milieu minder belasten. Zet ze elke week een keer op het menu. Dan eet je al 3 dagen per week vegetarisch. Niet meer dan de aanbevolen hoeveelheden vlees eten is ook goed voor je gezondheid, vooral als je mindert met rood en bewerkt vlees. Als je daar te veel van eet, heb je een hoger risico op darmkanker, diabetes type 2 en op een beroerte [9]. Het Voedingscentrum raadt aan om maximaal 500 gram vlees per week te eten, waarvan maximaal 300 gram rood vlees. Maar minder of geen vlees kan natuurlijk ook. Lees hier meer over minder vlees eten.
2: Verspil zo min mogelijk voedsel: koop en kook op maat
De totale hoeveelheid verspilling door de Nederlandse voedselketen lag in 2017 tussen 1,81 en 2,51 miljard kilo. De consument is daarbinnen met 23-32% de grootste verspiller [10]. Hier ligt dus een grote kans. Door op maat te kopen en koken en slim te bewaren, gooi je al snel minder eten weg. Minder verspillen levert veel winst op voor het milieu. Want het eten is dan niet voor niets geproduceerd en naar de winkel gebracht. Maak een boodschappenlijstje, weeg af hoeveel je nodig hebt, bewaar eten op de juiste plek en let op de houdbaarheidsdatum. Zo kun je al snel minder verspillen.
3: Eet op maat, en niet te veel snacks en snoep
Elk lichaam heeft eten en drinken nodig. Door niet meer te nemen dan je nodig hebt, wordt er niet meer voedsel gemaakt en vervoerd dan nodig. Dat is gunstig voor het milieu. Als iedereen die te veel eet, minder gaat eten, levert dit ook winst op voor de gezondheid. Kies voor producten uit de Schijf van Vijf zoals groente, fruit en volkoren graanproducten, en neem niet meer dan aanbevolen. En laat ongezonde producten, zoals snacks, snoep, frisdrank en alcohol vaker staan. Want die belasten het milieu onnodig veel en leveren veel calorieën. Kijk hier hoeveel en wat je kunt eten op een dag of houd de Eetmeter bij.
4: Drink vooral kraanwater, thee en koffie
Suikerhoudende en alcoholische dranken zorgen in het Nederlandse eetpatroon voor een relatief grote milieubelasting [11]. Ze belasten het milieu vanwege de productie in de fabriek, de verpakking en het transport. Voor het milieu is kraanwater de beste keuze. Verder is 3 koppen thee per dag goed voor je en ook koffie zonder suiker staat in de Schijf van Vijf [6]. Door frisdranken, sappen en alcohol vaker te laten staan, is dat een win-win situatie voor je gezondheid en het milieu.
5: Eet voldoende zuivel en kaas, maar niet meer dan nodig
De Gezondheidsraad adviseert dagelijks enkele porties zuivel te nemen voor je gezondheid [9]. Voor een volwassene tot 50 jaar is het advies om elke dag 2 tot 3 kleine porties zuivel (melk, yoghurt of magere kwark: samen 300-450 ml) en zo’n 40 gram kaas (ongeveer 1 ½ voorgesneden plak) [6]. Maar naast vlees, heeft ook zuivel een hoge milieubelasting. Het compromis is om voldoende zuivel te eten voor de gezondheidswinst en voldoende voedingsstoffen, maar niet meer dan je nodig hebt. Wil je geen zuivel gebruiken? Dan kun je een plantaardige vervanger kiezen. De meeste soorten bevatten weinig eiwit en andere voedingsstoffen. Kies daarom een vervanger met genoeg eiwit, zoals een sojadrank, die verrijkt is met calcium en vitamine B12.
6: Kies seizoensproducten en kijk naar herkomst
Groente en fruit die in Nederland of omringende landen worden geproduceerd, zijn gemiddeld minder milieubelastend dan groente en fruit dat van ver naar Nederland moet worden getransporteerd, vanwege de transportkilometers en het (tropisch) landgebruik, waterverbruik en andere milieuproblemen in de herkomstgebieden. Ook kunt je het best eten wat op dat moment in de vollegrond of in de onverwarmde kas wordt geteeld. Aardbeien van de vollegrond in Nederland zijn in het seizoen een duurzame keuze, maar als ze in de wintermaanden vanuit de (verwarmde) kas in verre landen naar Nederland worden getransporteerd, zorgen ze voor een veel hogere milieubelasting. Hetzelfde geldt voor groenten. Vollegrondsgroenten uit Nederland, zoals kolen, bieten, wortels, aardappels en uien kennen een lage milieubelasting [3].
7: Kies voor een topkeurmerk
Op producten staan soms duurzaamheidskeurmerken. Vind je het milieu belangrijk? En wil je dat dieren een beter leven hebben? Kies dan voor één van de topkeurmerken, zoals Biologisch, On the way to PlanetProof of Beter Leven 2 en 3 sterren. Er zijn in totaal 10 keurmerken aangewezen die het hoogst scoren op het gebied van controle, transparantie en milieu, dierenwelzijn of mens en werk. De indeling hiervan is gedaan door Milieu Centraal, met medewerking van andere experts [12].
1 Vlees van rund, varken, geit of schaap
2 Vlees dat is behandeld om smaak of houdbaarheid te beïnvloeden zoals roken, zouten, drogen of het toevoegen van conserveermiddelen. Denk aan hamburgers, worst, gemarineerd vlees en vleeswaren.