De temperatuurstijging op aarde sinds eind negentiende eeuw wordt grotendeels bepaald door de totale hoeveelheid aan broeikasgasemissies die sinds die tijd zijn uitgestoten. Het is dus niet zo dat als er een jaar wat minder wordt uitgestoten de temperatuur daardoor daalt. Je moet als het ware alle extra uitstoot door de verbranding van fossiele brandstoffen sinds eind negentiende eeuw bij elkaar optellen. Het klimaatsysteem reageert daar vervolgens met een vertraging op, omdat sommige processen heel langzaam gaan. Als we vandaag zouden stoppen met CO₂-emissies duurt het dus nog tientallen jaren voordat zich een nieuw evenwicht instelt.

Afbeelding door Vitaly Vlasov via Pexels
Als we kijken naar de inspanningen die er gedaan zijn om de emissies te beperken zien we dat dat over de gehele wereld gemiddeld dit nog weinig succesvol geweest is. De concentraties in de atmosfeer zijn per jaar zelfs ongeveer 2 ppm (parts per million oftewel deeltjes per miljoen) toegenomen en ook de concentraties van andere broeikasgassen zijn toegenomen over de laatste tientallen jaren.
Pas als de concentratie in de atmosfeer afneemt, zal ook de temperatuur dalen. En de concentratie daalt pas als de uitstoot lager is dan de natuurlijke opname van CO₂. Dat kun je vergelijken met je banksaldo: zo lang je meer verdient dan je uitgeeft zal je banksaldo stijgen. Omdat de uiteindelijke evenwichtstemperatuur afhankelijk is van de totale uitstoot sinds het begin van de industriële revolutie is alles wat er minder uitgestoten wordt meegenomen om de uiteindelijke temperatuurstijging te beperken.
Om de wereldgemiddelde temperatuurstijging tot 2 graden te beperken, moeten de emissies ongeveer in 2075 teruggebracht zijn tot nul (uitgaande van een gestage daling). Dat komt neer op een afname van zo’n 2% per jaar. In 2020 zal die jaarlijkse afname ruim gehaald worden door de (tijdelijke) gevolgen van de COVID-19-crisis.