Opinieonderzoek
Onderzoek naar hoe Nederlanders denken over een bepaald onderwerp – bijvoorbeeld klimaatverandering - wordt opinieonderzoek genoemd. Het is praktisch niet haalbaar om alle Nederlanders naar hun mening te vragen. Daarom wordt bij opinieonderzoek gebruik gemaakt van steekproeven. Er wordt dan aan een kleine selectie van mensen, bijvoorbeeld 1000 mensen, hun mening gevraagd.
Een goede uitleg van het principe van een steekproef is gegeven door George Gallup, een Amerikaanse statisticus. Hij legde uit hoe een steekproef werkt door een vergelijking te maken met een pan soep. Als je een grote pan soep maakt, en je wilt weten hoe deze smaakt, dan hoef je niet de hele pan soep te drinken. Een klein lepeltje is al genoeg, zo lang je maar goed roert [1]. Dat kleine lepeltje soep, dat is de steekproef. En de groep die onderzocht wordt – bijvoorbeeld de Nederlandse bevolking - is de pan soep. Zo lang je een goede steekproef hebt – door goed te roeren – kun je toch een goede indruk krijgen van de van hele groep die je wilt onderzoeken [i].
Steekproeven
Maar hoe zorg je voor een goede steekproef? Bij een goede steekproef is het van belang dat deze representatief is [ii]. Daarmee bedoelen we dat de mensen die in de steekproef zitten op verschillende kenmerken (zoals leeftijd, geslacht, opleiding, woonplaats, politieke interesse) een goede afspiegeling zijn van de hele groep die je onderzoekt [2].
Een voorbeeld: de man-vrouw verdeling in de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder is 49-51. Dat betekent dat 49% van alle Nederlandse volwassenen man is, en 51% vrouw is. Als je een steekproef hebt die representatief is voor de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder op het kenmerk leeftijd, dan moet je ervoor zorgen dat diezelfde verhouding (49-51) ook terugkomt in je steekproef. Dus als de steekproef uit 1000 mensen bestaat dan wil je dat er 490 mannen en 510 vrouwen in zitten.
Meningen op sociale media
Je zou de meningen die je op sociale media leest kunnen beschouwen als steekproef. Deze steekproef is alleen niet representatief voor de gehele Nederlandse bevolking. Daar zijn twee redenen voor.
Ten eerste: op sociale media lees je meningen van een specifieke groep Nederlanders. De samenstelling van de gebruikers van sociale media komt niet overeen met de hele Nederlandse bevolking op kenmerken zoals geslacht, leeftijd, opleiding of woonplaats. Jongeren gebruiken bijvoorbeeld vaker sociale media dan ouderen [3]. Dat betekent dat in de steekproef op sociale media waarschijnlijk veel jonge mensen zitten.
Ten tweede: op sociale media lees je meer sterke meningen. De meningen die je op sociale media leest zijn geschreven door mensen die de moeite hebben genomen om hun standpunten op te schrijven. Uit onderzoek weten we dat vooral mensen die een uitgesproken mening hebben over klimaatverandering de moeite nemen om hun standpunten op te schrijven en te delen via sociale media [4]. Vaak zijn dit vooral mensen die twijfelen of er daadwerkelijk sprake is van klimaatverandering of mensen die vinden dat de zorgen over de gevolgen van klimaatverandering overdreven zijn. Mensen die een gematigde mening hebben, of niet zulke sterke gevoelens bij het onderwerp klimaatverandering hebben, of niet echt weten wat ze van het onderwerp vinden, zullen minder vaak hun mening op sociale media posten. Dat betekent dat in de steekproef op sociale media waarschijnlijk veel mensen zitten die een uitgesproken en sterke mening hebben over klimaatverandering.
De mening van Nederlanders over klimaatverandering
Opinieonderzoek laat zien dat een grote groep Nederlanders juist geen hele sterke mening heeft over klimaatverandering. Een minderheid heeft wel een uitgesproken mening. Zo is 16% van alle Nederlanders heel erg bezorgd over klimaatverandering, en behoort 16% tot de groep die twijfelt over de ernst van klimaatverandering. De rest zit daar dus ergens tussenin [5].
Daarnaast laat onderzoek zien dat mensen online op een polariserende manier op elkaar reageren [6]. Dat betekent dat de meningen van mensen uit elkaar gaan lopen. Mensen die vinden dat klimaatverandering wordt overdreven en online in contact komen met mensen die juist vinden dat klimaatverandering een ernstig probleem is, zijn geneigd om hun mening nog overdrevener te omschrijven. Lezers van meningen op sociale media over klimaatverandering kunnen daardoor denken dat sterke meningen normaal zijn.
Een goed opinieonderzoek over klimaatverandering
Wanneer je opinieonderzoek doet door middel van een representatieve steekproef kun je deze twee problemen voorkomen. Ten eerste kloppen de verhoudingen in de steekproef. De mensen die je onderzoekt vormen op allerlei kenmerken (zoals geslacht, leeftijd, opleiding, woonplaats) een goede afspiegeling van de hele Nederlandse bevolking. Ten tweede is de kans dat er vooral heel veel mensen met een uitgesproken mening over klimaatverandering meedoen aan het onderzoek veel kleiner. Dat komt omdat mensen worden uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Dat is niet het geval bij de meningen over klimaatverandering die je leest op sociale media. De mensen die op sociale media hun mening geven hebben eigenlijk zichzelf uitgenodigd.
Conclusie
Kortom: de meningen van mensen op sociale media over klimaatverandering zijn niet representatief voor de Nederlandse publieke opinie. De groep mensen van wie je de meningen leest ziet er waarschijnlijk anders uit dan de Nederlandse bevolking. Daarnaast zijn deze mensen niet uitgenodigd om deel te nemen aan onderzoek, maar hebben ze zichzelf uitgenodigd. Daarom lees je waarschijnlijk vaker de meningen van mensen die een uitgesproken en sterke mening hebben. De meningen van mensen op sociale media zijn als een klein lepeltje van een soep die niet goed is geroerd.
[i] Voor de quote van George Gallup over de vergelijking tussen een steekproef en een lepeltje soep, zie ook: https://news.google.com/newspapers?nid=2194&dat=19411127&id=l-0uAAAAIBAJ&sjid=VtsFAAAAIBAJ&pg=4887,5489739&hl=en
[ii] Voor de definitie van representativiteit van Bethlehem (2009), zie ook: https://www.applied-survey-methods.com/repres.html