Het antwoord op deze vraag valt uiteen in twee delen. In het eerste deel schetsen we hoe wetenschap en politiek zich tot elkaar verhouden als het over het klimaat gaat. Dat is achtergrondinformatie die relevant is voor wie doceert over klimaatverandering. In het tweede deel geven we een reeks concrete aanbevelingen
1. Wetenschap, onafhankelijkheid, en politiek
Het is belangrijk om een helder onderscheid te maken tussen de werking van het fysische klimaatsysteem enerzijds, wat een natuurwetenschappelijk en a-politiek onderwerp is, en de aanpak van klimaatverandering anderzijds, waar onherroepelijk morele en politieke keuzes bij komen kijken. Een scherp onderscheid tussen wat politiek is en wat niet, en heldere keuzes over pedagogische aanpak en communicatie, kunnen helpen om leerlingen weg te houden bij het frame dat klimaatverandering “links” of “partijdig” zou zijn.
Er zijn mensen die de wetenschappelijke kennis over het klimaatsysteem in het politieke frame proberen te trekken. Zo zijn er politiek actieve groepen die klimaatverandering ontkennen of die de visie verspreiden dat het klimaat op aarde weliswaar verandert, maar dat dat onvermijdelijk is en dat er niets aan gedaan hoeft te worden. Immers, als het probleem niet bestaat hoef je ook geen maatregelen te nemen. Hierbij wordt ook (vaak impliciet!) gesuggereerd dat die maatregelen een inperking van individuele vrijheid zouden zijn. Dat verklaart dat deze positie vooral in (radicaal-)rechtse politieke hoek verkondigd wordt, waardoor zelfs het bestaan van door de mens veroorzaakte klimaatverandering als een ideologische kwestie wordt neergezet. Deze politieke positie is echter in strijd met de wetenschappelijke kennis. Het is daarom de taak van docenten, ook als men leerlingen of studenten in de klas heeft die klimaatverandering ontkennen of bagatelliseren, om zo goed mogelijk de wetenschappelijke kennis over klimaatverandering over te brengen.
Bij het bespreken van maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan is het belangrijk om te erkennen dat dit duidelijk raakt aan politieke voorkeuren. Daarom is het ook logisch en begrijpelijk dat mensen hier verschillend tegenaan kijken. Zowel de linkerkant als de rechterkant van het politieke spectrum kijkt als het ware door een politieke lens naar de verschillende opties en maatregelen. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de verschillende voorkeuren voor gedragsverandering versus technologische maatregelen, of de politieke splijtzwam die kernenergie is.