Duurzame elektriciteit en CO₂-emissies
Behalve het rendement van het fornuis moet echter meegenomen worden dat de elektriciteit eerst opgewekt moet worden. Gebeurt dit met een efficiënte gasgestookte elektriciteitscentrale met een rendement van 60%, dan is er eigenlijk weinig energetisch voordeel bij inductiekoken ten opzichte van koken op aardgas. Het totale rendement van beide is dan ongeveer 50%. Wel heeft keramisch koken dan een wat lager rendement met ongeveer 40%. De elektriciteitsvoorziening in Nederland bestaat uit een mix van verschillende energiebronnen, wat men aanduidt als de elektriciteitsmix. Als er (deels) hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsmix zitten, dan kan elektrisch koken voor minder CO₂ uitstoot zorgen ten opzichte van het koken op aardgas. Op basis van de elektriciteitsmix in 2020 (CBS, 2022), bedraagt de totale CO₂-uitstoot per megajoule warmte: 112 g CO₂ voor een gasfornuis, 90-102 g CO₂ voor een inductiekookplaat en 117-126 g CO₂ voor keramisch koken (gebaseerd op een CO₂-emissiefactor van 0,29 g CO₂ per kWh elektriciteit (CBS, 202) en 56 g CO₂ per MJ aardgas).
Voor een waterstoffornuis geldt in principe hetzelfde als voor koken op aardgas; er zijn meer warmteverliezen rondom de pan dan bij inductiekoken. Echter bij waterstof moet nog rekening gehouden worden met het produceren van de waterstof zelf en de verliezen die hierbij optreden. Koken op waterstof zal dan ook energetisch minder efficiënt zijn dan koken op aardgas. Er kunnen wel minder CO₂-emissies optreden als de waterstof geproduceerd wordt met behulp van duurzame bronnen.
Er wordt in Nederland hard gewerkt om huizen aardgasvrij te maken, onder andere vanwege het klimaat, en daarmee is elektrisch koken meer toekomstbestendig dan koken op gas.