Dat klimaat een te kleine rol speelt in besluitvorming bij gemeenteraadsleden is inderdaad een probleem. Klimaatverandering is nu al gaande en vraagt om vergaande aanpassingen aan hoe we de komende eeuw gaan leven. Hoewel klimaatverandering zonder twijfel één van de grootste crises is die de mensheid nu meemaakt, zijn er verschillende psychologische mechanismen die ervoor zorgen dat mensen niet direct in actie komen. Voorbeelden zijn dat ons brein niet is geprogrammeerd om op indirect gevaar te reageren, het gevoel dat individuele acties er weinig toe doen en cognitieve dissonantie tussen wat we weten en wat we doen [1]. In dat laatste geval is het makkelijker om klimaat als minder urgent te zien dan ons gedrag aan te passen.
Het probleem van het idee aanwakkeren dat klimaat een ‘spoedgeval’ is, is waarschijnlijk niet de meest effectieve manier om hiermee om te gaan. Het risico is namelijk dat mensen ongevoelig worden voor continue angstwekkende berichten, zich hulpeloos voelen of het probleem zelfs gaan ontkennen [2]. Daarnaast is het gevaar van klimaat als spoedgeval vóór andere problemen te laten gaan dat er een tunnelvisie ontstaat op besluiten die burgerbelangen ondermijnen. Wij noemen dit een ‘frame’. Als u ‘spoedgeval’ zegt, zegt u ook: andere belangen moeten wijken. U roept dan het verwijt van ‘drammer’ op. Dit resulteert niet alleen in afname van legitimiteit, maar ook de effectiviteit ervan. Hoe kunnen we klimaat dan toch een belangrijke plek geven in de besluitvorming?