Wat gebeurt er als we niets tegen klimaatverandering doen?

We doen niet niks tegen klimaatverandering, maar we doen te weinig. Wereldwijd worden wel maatregelen genomen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, en vindt ook aanpassing plaats aan de gevolgen van de huidige opwarming (1,1 graad ten opzichte van de 19e eeuw). Maar dat is lang niet genoeg om de opwarming ruim beneden de 2 graden te houden (doel van het Parijsakkoord). Je kan de vraag ook iets anders stellen: wat gebeurt er wanneer we niets extra’s tegen klimaatverandering doen? Dan stijgt de gemiddelde wereldtemperatuur in 2100 tot 3-4 graden. Dat betekent: meer en ernstiger extreem weer, meer water- en voedselgebrek, meer klimaatvluchtelingen, nog meer verlies van biodiversiteit en onomkeerbare zeespiegelstijging waardoor laaggelegen kustgebieden onder water verdwijnen. De armste landen hebben hier het meest onder te lijden.

#parijsakkoord #Green Deal #IPCC #klimaatakkoord #shared socioeconomic pathways #tipping points #UNFCCC #ongelijkheid

De huidige klimaatplannen

De vraag zou eigenlijk moeten luiden: wat gebeurt er als we niets extra’s tegen klimaatverandering doen? Er bestaan immers sinds 1992 al afspraken om klimaatverandering aan te pakken– wereldwijd, door overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties, en burgers. Er is sinds 1992 een wereldwijd VN Klimaatverdrag [1] waarbij vrijwel alle landen ter wereld zijn aangesloten. In 2015 is hieronder het Parijs Akkoord [2] gesloten waarin regeringen (vrijwillig) afspraken hebben gemaakt de opwarming te beperken tot ruim beneden de 2 graden, liefst tot niet meer dan 1,5 graden, ten opzichte van de 19e eeuw. Een precies jaartal wanneer dat moet zijn gelukt geeft het Parijs-akkoord niet – wel dat de netto uitstoot van broeikasgassen ‘in de tweede helft van deze eeuw’ naar nul moet. In de klimaatplannen onder het Parijsakkoord wordt meestal aangenomen dat die 1,5 á 2 graden-grens betrekking heeft op het jaar 2100. Binnen de EU worden verdere afspraken gemaakt in het kader van de Green Deal [3] met het programma ‘Fit for 55’ [4]. In ons land is een energie-transitie afgesproken als onderdeel van het Klimaatakkoord [5], en er zijn doelen voor 2030 en 2050 vastgelegd een Klimaatwet [6]. Onze huidige regeringscoalitie wil 55 % minder uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 en netto nul emissies in 2050.

De beloftes zijn onvoldoende

Als we kijken naar de hele wereld zijn de beloftes en plannen wereldwijd onvoldoende om die Parijs-doelen te halen. Met uitvoering van de beloftes van landen die in het kader van het Parijs akkoord tussen 2015 en 2020 zijn gedaan, zou de gemiddelde wereldtemperatuur in 2100 kunnen oplopen tot 3,2 graden [7]. In november 2021 was er een wereldwijde VN-klimaattop in Glasgow van regeringsleiders. Tijdens die top hebben een aantal landen die eerder niets van lange-termijn doelen wilden weten, toch beloftes gedaan om te streven naar netto nul broeikasgasuitstoot: Brazilië in 2050, China in 2060, Saudi-Arabië in 2060, en India in 2070. Maar die toezeggingen zijn vrijblijvend, en die landen geven ook niet aan hoe die doelen te bereiken. Echter, als deze beloftes daadwerkelijk zouden worden ingelost, dan kan de temperatuurstijging beperkt blijven tot net onder de 2 graden, dus dicht in de buurt van de Parijs doelstelling [8].

Sombere scenario’s

Om te zien wat ons te wachten staat als we te weinig aan klimaatverandering doen, kunnen we het beste kijken naar de ‘Shared Socioeconomic Pathways’ (SSPs). Dat zijn scenario’s die het IPCC gebruikt [9] om mogelijke toekomstige ontwikkelingen te schetsen, onder steeds verschillende maatschappelijke, politieke, en economische aannames. Vanuit die aannames zijn dan de gevolgen berekend voor de broeikasgas-uitstoot, de bijbehorende de temperatuurstijging, en de gevolgen daarvan. We pikken voor deze vraag er een paar van deze scenario’s uit:

  • SSP2-4.5: het middenpad. Een wereld waarin de ontwikkeling uit het verleden doorgetrokken wordt naar de toekomst. Een scenario waarin het verder terugdringen van de broeikasgasuitstoot en van aanpassing aan klimaatverandering tekortschiet, zoals ook nu het geval is. Dus als de uitvoering van het Parijsakkoord blijft bij de tot 2021 gedane beloften zal de temperatuur aan het eind van de eeuw oplopen tot van 2,1 tot 3,5 graden, met 2,7 graden als beste schatting.
  • SSP3-7.0: somber scenario. Een verdeelde wereld met opkomend nationalisme waarin het verder terugdringen van de broeikasgasuitstoot en van aanpassing aan klimaatverandering ernstig tekortschiet, en waarin o.a. het gebruik van fossiele brandstoffen nauwelijks wordt afgeremd. In dit scenario gaat het Parijsakkoord in feite in de prullenbak. Dit leidt tot een opwarming van 2,8 tot 4,6 graden, met 3,6 graden als beste schatting.
  • Er is ook nog een hoger scenario, SSP5-8.5: het somberste scenario. Een wereld met onbelemmerde economische productie, geheel gebaseerd op fossiele energie (vooral kolencentrales), leidend tot een opwarming van 3,3 tot 5,7 graden met 4,4 graden als beste schatting. Maar dat lijkt nu niet meer realistisch, gezien de opkomst van duurzame energiebronnen en het vrijwel wereldwijde voornemen om het gebruik van kolen te verminderen.

Voor meer uitleg over die SSPs zie Carbon Brief [10]. Een andere bron is de ‘Climate Action Tracker’ (CAT) [11] die de geloofwaardigheid van de klimaatbeloften onder de loep heeft genomen. De CAT komt ook uit op 2,7 graden in 2100 bij nakomen van de beloften en op 3,6 graden in 2100 als men kijkt naar de huidige kloof tussen beloften en feitelijke resultaten.

De verschillende IPCC scenario's

De opwarming per SSP-scenario, uit de Technical Summary (zie Cross-Section Box TS.1) van 2021.

Verstrekkende gevolgen

Helaas is niet precies aan te geven wat de gevolgen zullen zijn bij de twee scenario’s SSP2-4.5 en SSP3-7.0. Die worden wel onevenredig erger bij meer opwarming. Grof gesteld zijn de gevolgen voor het scenario SSP3-7.0 (verdeelde wereld) ongeveer twee keer zo heftig als in het scenario SSP2-4.5 (middenpad). Uit de meest recente rapporten van het IPCC over klimaatverandering en de gevolgen daarvan [9, 12] komt naar voren:

Sommige gebieden, zoals de binnenlanden van landen rond de Middellandse Zee, Afrikaanse landen beneden de Sahara en het Midden-Oosten zullen dan praktisch onleefbaar kunnen worden omdat het te warm wordt om nog op het land te werken. Water voor irrigatie in landbouwgebieden gebaseerd op smeltwater gaat met tientallen procenten achteruit. In woningen zonder airco wordt het in sommige gebieden onhoudbaar heet, wat dus vooral mensen die airco’s niet kunnen betalen zal treffen. Op de lange termijn, na 2100, zullen laaggelegen kustgebieden door de zeespiegelstijging verdwijnen – ook Nederland kan voor zeker de helft onder water komen te staan. Hittegolven zullen vaker en met steeds hogere temperaturen plaatvinden, leidend tot droogte (drie tot vier keer zo vaak als nu) met als gevolg, watergebrek, misoogsten en bosbranden. De hogere temperaturen zullen ook leiden tot steeds extremere regenval met overstromingen (twee tot drie keer zo vaak als nu) als gevolg. Bewoners van te droge en hete gebieden en een miljard bewoners van laaggelegen kustgebieden en eilanden zullen gedwongen zijn te migreren. De kans op versnelde zeespiegelstijging door het in zee glijden van het landijs op de zuidpool wordt groter. De schaarste aan voedsel en water zal bijdragen aan conflicten. Cyclonen zullen zwaarder worden en meer vernielingen aanrichten. Oceanen zullen verder verzuren, meer hittegolven te verwerken krijgen en zuurstoftekorten oplopen, met grote gevolgen voor de ecosystemen in de oceaan. De verspreiding van klimaatgerelateerde ziektes zal toenemen. Door de snelle verschuivingen van klimaatzones zal ook de biodiversiteit verder gevaar lopen. De soortenrijkdom dreigt met tientallen procenten af te nemen, en hoe hoger de temperatuurstijging hoe meer soorten er zullen uitsterven. Landen met de laagste inkomens zullen de grootste problemen hebben om zich aan te passen en zullen de meeste schade te verduren krijgen, terwijl zij het minste hebben bijgedragen aan de oorzaak – de uitstoot van broeikasgassen over de afgelopen eeuw.

Fietsen door overstroming, afbeelding van Biplab Sau via Pexels.com

Afbeelding van Biplab Sau via Pexels.com

Kantelpunten

Vaak worden er ook gewezen op de ‘tipping points’ of kantelpunten in het klimaat. Dat zijn onomkeerbare veranderingen in het klimaatsysteem met wereldwijd ernstige blijvende gevolgen voor het lokale weer en klimaat als de temperatuur een bepaalde drempelwaarde passeert. Die kantelpunten zijn niet exact vast te stellen, maar de risico’s nemen toe bij meer opwarming en worden zeer groot bij een opwarming van 3 graden of meer. Voorbeelden:

  • veranderingen in de ‘straalstroom’ (de stormwind op grote hoogte rond de aarde op gematigde breedtegraad);
  • het stilvallen van de warme golfstroom door het afsmelten van de Groenlandse ijskap;
  • het afsterven van het Amazone regenwoud door verdroging, waarmee niet alleen de natuur, maar ook de middelen van bestaan voor de oorspronkelijke inwoners verloren gaan;
  • volledige ontdooiing van de toendra’s, met versnelde opwarming tot gevolg door het ontsnappen van CO2 en methaan,
  • het versneld in zee glijden van het zuidpoolijs met vele meters zeespiegelstijging als gevolg. Zie ook het antwoord op een vraag over tipping points in de KlimaatHelpdesk.

Lokaal zijn er weliswaar veel maatregelen mogelijk om de gevolgen voor mens en natuur te beperken door aanpassingen (adaptatie), maar die hebben hun grenzen. En hoe sneller de opwarming, hoe minder hulp die aanpassingen kunnen bieden [12, 13]. Dus alle redenen om het niet zo ver te laten komen. Alle verlaging in uitstoot leidt minder risico op de hierboven geschetste problemen, en geven ons en de natuur ook meer tijd om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden.

Hoe kwam dit artikel tot stand?

Deze vraag is beantwoord door: Leo Meyer
Reviewer: Roderik van de Wal
Redacteur: Kevin Helfer
Gepubliceerd op: 20 mei 2022
Wat vond je van dit antwoord? Geef ons je mening!

[1] United Nations Framework Convention (UNFCCC) https://unfccc.int/

[2] The Paris Agreement, UNFCCC https://unfccc.int/process-and-meetings/the-paris-agreement/the-paris-agreement

[3] Een Europese Green Deal, Europese Commissie https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/european-green-deal_nl

[4] ‘Fit for 55’, Europese Raad https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/green-deal/fit-for-55-the-eu-plan-for-a-green-transition/

[5] Klimaatakkoord https://www.klimaatakkoord.nl/

[6] Klimaatwet, Overheid.nl https://wetten.overheid.nl/BWBR0042394/2020-01-01

[7] IPCC (2022), Climate Change 2022: Mitigation of Climate Change, Zie de Summary for Policy Makers, paragraaf C1. https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg3/

[8] Meinshausen, M., Lewis, J., McGlade, C. et al. Realization of Paris Agreement pledges may limit warming just below 2 °C. Nature 604, 304–309 (2022) https://doi.org/10.1038/s41586-022-04553-z

[9] IPCC (2021), Climate Change 2021: The Physical science basis, Zie de ‘Summary for Policymakers’ (SPM). https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg1/

[10] Hausfather, Z. (2018), Explainer: How ‘Shared Socioeconomic Pathways’ explore future climate change, Carbon Brief https://www.carbonbrief.org/explainer-how-shared-socioeconomic-pathways-explore-future-climate-change/

[11] Climate Action Tracker Global update – Glasgow’s 2030 credibility gap: net zero’s lip service to climate action, New Climate Institute https://newclimate.org/2021/11/09/cat-global-update-glasgows-2030-credibility-gap/

[12] IPCC (2022), Climate Change 2022: Impacts, Adaptation and Vulnerability, https://www.ipcc.ch/report/sixth-assessment-report-working-grou

[13] IPCC (2014): AR5 Synthesis Report: Climate Change 2014. Zie table 2.3. https://www.ipcc.ch/report/ar5/syr/

©De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal, er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.