Het is treurig dat er plastic is gevonden op onbewoonde eilanden in het midden van de Stille Oceaan, bevroren in het zee-ijs op de Noordpool en zelfs in de diepste delen van de Marianentrog. Het is niet duidelijk hoeveel plastic er precies in de oceaan terechtgekomen is over de afgelopen decennia, maar schattingen lopen uiteen van 50 tot 150 miljard kilo. Al dit oceaan-plastic bij elkaar wordt soms wel eens de ‘plastic soep’ genoemd [1].
De plastic soep is ontstaan omdat we met zijn allen, als wereldwijde samenleving, niet goed met ons plastic afval zijn omgegaan. Een groot verschil tussen de plastic soep en de klimaatcrisis is dat je geen fossiele brandstoffen kunt verbranden zonder CO2 te laten vrijkomen, maar dat je in principe wel plastic verpakkingen zou kunnen gebruiken zonder dat die in het milieu terechtkomen. Bij de fossiele brandstof zijn gebruik en uitstoot direct aan elkaar gelinkt, terwijl dat bij plastic verpakkingen niet zo is. De klimaatcrisis vergt dus een fundamentele transitie in de brandstoffen die we gebruiken, terwijl de plastic soep oplossen ‘alleen maar’ een kwestie zou moeten zijn van een beter afvalverwerkingssysteem ontwikkelen. Zo bezien zou de plastic soep veel makkelijker op te lossen moeten zijn dan de klimaatcrisis.